Sommige stageplekken zijn eigenlijk verkapte werkplekken, die nog onbetaald zijn ook. Een doorn in het oog van de SP, die van het kabinet wilde weten hoeveel afgestudeerden tegen dit probleem aanlopen. Het ministerie doet momenteel onderzoek.
De discussie over vermeend stagemisbruik laaide vorige maand weer op toen Pakhuis de Zwijger een vacaturetekst online zette voor een ‘stagiair programmamaker, 32 uur per week, onbetaald, in ruil voor ‘een geweldig netwerk en een bak ervaring’.
Werken is werken
Dat kan echt niet, vond vakbond FNV Jong, die al langer strijdt tegen stagemisbruik. Ook minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) liet zich kritisch uit op Twitter: “Tekst is zonneklaar; geen stage. Bij stage moet het gaan om leren en dit gaat over werken.”
De Socialistische Partij stelde er vragen over. Hoe groot is het probleem nu eigenlijk onder afgestudeerden en hebben studenten hier tijdens hun opleiding ook last van?
Geen meldingen
Asscher stelt in zijn antwoord dat het aantal klachten bij studenten gering is, maar dat het onduidelijk is hoe dat bij afgestudeerden zit. Daarom doet het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daar momenteel bij verschillende sectoren onderzoek naar.
Het is overigens de vraag hoe representatief de klachten zijn, erkent Asscher. “Gezien het aantal meldingen bij instanties lijkt de meldingsbereidheid van stagemisbruik beperkt te zijn. Een mogelijke verklaring voor de terughoudendheid van stagiairs is dat zij bang zijn dat het doen van een melding schadelijke gevolgen heeft voor hun arbeidsmarktkansen bij werkgevers.”
Onderzoek naar de kwaliteit van stages tíjdens de opleiding vindt hij verder niet nodig: er is volgens hem niet geklaagd dat deze stages niet leerzaam zijn of dat studenten worden ingezet als goedkope arbeidskrachten.