Alle hogescholen en universiteiten moeten goede en laagdrempelige steun bieden aan studenten met psychische problemen, vindt een grote meerderheid in de Tweede Kamer.
Het aantal studenten met psychische problemen lijkt de laatste jaren toegenomen, bleek in oktober uit een enquête van onder andere het Interstedelijk Studenten Overleg onder 35 studentenpsychologen. Bovendien verschilt het aantal studentenpsychologen per instelling: bij sommige universiteiten en hogescholen zijn ze nauwelijks te vinden en moeten studenten wel drie maanden wachten op een gesprek.
Actie nodig
In een reactie zei minister Bussemaker “landelijke normen” voor een aantal studentenpsychologen niet nodig te vinden. Wel vond ze dat depressiviteit “geen taboe mag zijn” in het hoger onderwijs. Een “open klimaat” bij de instellingen is volgens haar noodzakelijk, zodat studenten de vrijheid voelen om over problemen en teleurstellingen te praten. Als dit klimaat ontbreekt, kan de medezeggenschapsraad aandringen op verbetering.
Maar de PvdA en de ChristenUnie namen geen genoegen met dit antwoord en dienden een motie in. De regering zou samen met onderwijsinstellingen, studentenpsychologen en studentenorganisaties een actieplan moeten opstellen voor “goede en laagdrempelige psychische hulp” op elke universiteit of hogeschool.
De motie werd gisteren door een grote meerderheid van de Tweede Kamer aangenomen. Alleen regeringspartij VVD stemde samen met de PVV en drie, andere kleine partijen tegen de motie.