SP-Kamerlid Jasper van Dijk vreest dat bij de Amsterdam Faculty of Science, de geplande superbètafaculteit van de VU en de UVA, veel geld naar een ‘prestigieus bouwproject’ gaat dat beter aan onderzoek en onderwijs besteed kan worden.
Dat blijkt uit Kamervragen die hij heeft gesteld aan minister Bussemaker van Onderwijs. Van Dijk wil weten wat ze vindt van het plan van de VU en de UvA om hun bètafaculteiten samen te voegen.
Bestuurlijke fusie
Van Dijk vreest kennelijk voor de variatie in het bètaonderwijs als gevolg van de fusie en wil weten of die ook een bestuurlijke fusie tussen de beide universiteiten inhoudt.
Voorts is hij benieuwd of het plan in aanmerking komt voor de fusietoets, een aantal door de overheid vastgestelde criteria, waaraan fusies door onderwijsinstellingen moeten voldoen.
Ook wil Van Dijk weten of studenten en docenten van de beide universiteiten er nog iets over te zeggen krijgen, of het waar is dat de bacheloropleidingen met een derde worden verminderd na de fusie en wat daar dan de gevolgen van zijn voor de masteropleidingen.
In elkaar geschoven
Het Kamerlid had voor het antwoord op die vragen misschien beter bij de VU of de UvA kunnen aankloppen, of de laatste Advalvas kunnen lezen. Dan had hij bijvoorbeeld geweten dat het aantal bachelors krimpt omdat opleidingen die elkaar overlappen, in elkaar worden geschoven.