Het leenstelsel werd per september 2015 ingevoerd, wat studeren vele duizenden euro’s duurde maakte. Met de opbrengst zouden universiteiten en hogescholen het onderwijs verbeteren, maar dat was toekomstmuziek. De eerste ‘pechstudenten’ zouden daar weinig aan hebben.
Als doekje voor het bloeden kregen vier lichtingen studenten een ‘studievoucher’ ter waarde van zo’n tweeduizend euro, die ze vijf tot tien jaar na afstuderen mochten gebruiken voor extra onderwijs. Maar dat raakte al snel omstreden: wie zit er aan de start van zijn carrière op een jaar extra onderwijs te wachten?
Onder druk van de Tweede Kamer is dit aangepast: het bedrag wordt van de studieschuld afgetrokken of – als je geen studieschuld hebt – uitbetaald. Dit geldt voor afgestudeerde hbo-bachelors en studenten die een ‘volledige’ wo-opleiding hebben gevolgd: bachelor én master.
Niet eerlijk
Wo-bachelors komen dus niet in aanmerking, tot ze een master hebben afgerond. Dat is niet eerlijk, vinden sommigen van hen. RTL Nieuws zette de schijnwerper op deze groep en D66 stelde schriftelijke vragen: klopt het dat deze studenten geen ‘voucher’ uitbetaald krijgen en wat zou het kosten om dat alsnog te doen?
Het klopt, is kortweg de reactie van minister Bruins, en het zou naar schatting 44 miljoen euro kosten om het te veranderen. Het gaat vermoedelijk om zo’n 20 duizend studenten die geen master meer halen.
Gelijkwaardig
Maar een bachelor is een bachelor, redeneert D66 nu. Waarom zou je een hbo-bachelor wel geld geven en een wo-bachelor niet? De politiek streeft immers naar gelijkwaardigheid van de verschillende soorten onderwijs.
Bruins wuift het weg. In het wetsvoorstel voor het leenstelsel stond de afbakening klip en klaar: de studievoucher kwam er voor afgestudeerde hbo-bachelors en afgestudeerden van volledige wo-opleidingen (bachelor plus master). Per september 2023 is de studievoucher veranderd in een eenmalig bedrag.
De Tweede Kamer is dus twee keer akkoord gegaan met deze afbakening, zegt hij. Een derde keer over deze afbakening nadenken vindt hij geen goed idee. Hij kiest liever voor “stabiel overheidsbeleid”. Bovendien heeft hij geen geld voor de aanpassing.
Leenstelselpartijen
D66 was er inderdaad zelf bij. Het is een van de partijen die destijds het leenstelsel mogelijk hebben gemaakt, samen met VVD, PvdA en GroenLinks.
De partij stemde later voor de motie die de regering om uitbetaling van de vouchers vroeg. Terzijde: ook Eppo Bruins zette zijn handtekening onder deze motie. De NSC-minister van Onderwijs was destijds Kamerlid voor de ChristenUnie.
Maar het was ook een D66-minister die de basisbeurs per september 2023 weer mocht invoeren: Robbert Dijkgraaf. Die zette ook een tegemoetkoming voor studenten van het leenstelsel in de steigers. Deze tegemoetkoming (voor alle leenstelselstudenten die een diploma hebben behaald) staat los van de studievouchers.