Actiegroep End Fossil gaat in mei wereldwijd onderwijsinstellingen bezetten. Leden van de groep handhaven hun eis dat universiteiten en hogescholen volledig transparant moeten zijn over hun banden met de fossiele industrie en willen dat ze alle samenwerking verbreken.
“Het feit dat in 2023 universiteiten bedrijven als Shell nog steeds trots rond laten paraderen op carrièredagen laat zien hoe hard onze acties nodig zijn”, stelt End Fossil. “Een bedrijf dat onze toekomst kapot maakt, hoort geen plek te hebben op een universiteit die ons zou moeten voorbereiden op de toekomst.”
Bezettingen
Daarom zullen studenten universiteiten en scholen bezetten gedurende de hele maand mei, kondigt de actiegroep End Fossil in een persbericht aan. Het zou gaan om “meer ontwrichtende vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid”, dan bij eerdere internationale acties. De Nederlandse tak van End Fossil heeft inmiddels lokale groepen in Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, Eindhoven, Leiden, Delft en Velp.
Gebouwen van de Universiteit van Amsterdam, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de TU Eindhoven waren eerdere doelwitten. Het bestuur van de UvA besloot daarom om voorlopig geen samenwerkingen met bedrijven zoals Shell aan te gaan. De VU maakt op 20 april bekend hoe “de universiteit zal omgaan met bestaande en toekomstige samenwerkingen met de fossiele brandstofindustrie”. Het college van bestuur verzamelde in de afgelopen maanden input vanuit de gemeenschap, onder meer tijdens een discussiemiddag.
Onafhankelijkheid
Volgens universiteitenvereniging UNL staan instellingen open voor gesprekken met actiegroepen. Ze organiseren bijeenkomsten en debatten over dit thema en nodigen hen daar ook voor uit. Eventuele besluiten over samenwerkingen met bedrijven uit de fossiele industrie zijn aan individuele universiteiten zelf, benadrukt UNL.
In zijn antwoord op Kamervragen van de SP onderschreef onderwijsminister Robbert Dijkgraaf woensdag dat universiteiten zelf mogen weten of ze samenwerken met fossiele bedrijven als Shell. De bestuurders moeten er wel op letten dat “de onafhankelijkheid van academisch onderwijs en onderzoek en de academische vrijheid dan voldoende zijn gewaarborgd”.