De minister moet voortaan controleren of universiteiten en hogescholen wel helder motiveren waarom sommige opleidingen Engelstalig zijn. Een motie van PVV en SGP hierover is dinsdagmiddag aangenomen door de Tweede Kamer.
Critici vrezen dat opleidingen nu vooral in het Engels worden aangeboden om veel internationale studenten te trekken. Een gedragscode, met een helder overzicht van de afwegingen die bij de keuze van de voertaal een rol spelen, kan dergelijke motieven voorkomen, denken ze.
Nu al moeten universiteiten en hogescholen met Engelstalige opleidingen zo’n gedragscode in huis hebben. Volgens de wet is de voertaal in het onderwijs Nederlands en mag daar alleen van worden afgeweken als ‘de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode’.
Waar is die gedragscode?
Die gedragscode blijkt echter vaak onvindbaar, stelden de Kamerleden Beertema (PVV), Bisschop (SGP) en Futselaar vorige week. Beertema en Bisschop vroegen de minister “de inhoud en toepassing van de gedragscodes periodiek in beeld te brengen.”
Minister Van Engelshoven vond de motie nergens voor nodig: een dergelijk onderzoek staat namelijk al in de steigers. “We zijn in gesprek met de Inspectie over de scope van het onderzoek en de vraag hoe het er precies uit zal zien. We gaan daarin in ieder geval ook kijken naar de gedragscodes,” zei Van Engelshoven. Maar Beertema en Bisschop hielden voet bij stuk en de Kamer gaf hun gelijk.
Een motie van SP’er Futselaar om met sancties te komen als instellingen hun gedragscode niet kunnen tonen, werd afgewezen. Ook een andere motie van Beertema, waarin hij de regering opriep de wet te handhaven en Engelstalige opleidingen alleen toe te staan als Engels noodzakelijk is, kon niet op instemming rekenen.