“Drie zetels in de raad moet haalbaar zijn”, aldus economiestudent Olav Scholten (24, links op de foto), die op de vierde plaats van de kandidatenlijst staat voor de jongerenpartij Nieuwe Amsterdamse Toekomst ofwel NAT.
Lukt het een beetje de mensen te bereiken met jullie partij?
“Dat is een grote uitdaging, hebben we gemerkt. We zetten onder andere in op een campagne via de sociale media en dat gaat erg goed.”
Waarmee onderscheiden jullie je?
“We hebben aandacht voor problemen die met name jongeren treffen, zoals de te dure huisvesting, het vinden van een baan, het matige openbare vervoer, vooral ’s nachts.”
Welke oplossingen hebben jullie?
“We pleiten voor regelvrije zones voor jonge, startende ondernemers. De gemeente moet jonge, getalenteerde mensen meer de ruimte geven. We zijn niet libertair, maar als je leest over bijvoorbeeld een boekenwinkel in de Pijp, die moet worden gesloten omdat ze er ook een drankje serveren, met dat soort maatregelen is de stad niet geholpen. De gemeente moet mensen in staat stellen iets te beginnen, in plaats van dat te ontmoedigen.”
En jullie oplossing voor de huisvestingsproblemen?
“Daar moet ook wat meer soepelheid worden betracht. Lege kantoorpanden, bijvoorbeeld. Bouw die om tot goedkope woningen. Daarnaast moeten tijdelijke complexen permanent worden en moet woningdelen makkelijker worden gemaakt.”
Speciale redenen voor VU-studenten en –medewerkers om op NAT te stemmen?
“Absoluut. Dat de gemeente op het gebied van hoger onderwijs weinig te zeggen heeft, is een slap excuus om je maar niet met de universiteiten en hogescholen te bemoeien. Neem een voorbeeld aan Rotterdam, waar ze een wethouder Hoger Onderwijs hebben, die onder andere contacten legt tussen de Hogeschool van Rotterdam en de Rotterdamse haven. Een gemeente kan bedrijven stimuleren om stageplekken te creëren, bemiddelen, zorgen dat studenten en pas afgestudeerden en het bedrijfsleven met elkaar kennismaken. Die kansen moet je als lokale overheid met beide handen aangrijpen.”
“En verder zijn we er voor VU-studenten zoals we er voor elke andere Amsterdamse jongere zijn.”
Hoe kom je eigenlijk in de politiek terecht? Is dat een logisch gevolg van je voorzitterschap van de studentenvakbond SRVU?
“Nou, ik heb me bij de SRVU wel gerealiseerd, bijvoorbeeld als het ging over de samenwerking tussen de VU en de UvA, dat er weinig feeling is voor wat jonge Amsterdammers willen. Daardoor ben ik maatschappelijk gezien iets cynischer geworden, maar ik vind dat je niet moet gaan zitten zeuren en niets doen. Vandaar dat ik actief ben geworden bij NAT.”
Dit is het vierde deel van een serie over studenten en medewerkers van de VU die zich verkiesbaar hebben gesteld voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Het eerste deel leest u hier, het tweede hier, het derde hier.