In het Verenigd Koninkrijk is de grootste hogeronderwijsstaking ooit gaande: werknemers van 74 universiteiten leggen het werk neer. In Nederland dreigde WOinActie ook met een staking. Is die nu dichterbij dankzij het Britse voorbeeld?
In november staakten universiteitsmedewerkers door het hele Verenigd Koninkrijk al 8 dagen. Dit keer doen ze er een schepje bovenop: 14 stakingsdagen, verspreid over 4 weken. De acties eindigen volgende week.
De actievoerders protesteren tegen pensioenkortingen, hoge werkdruk en onderbetaling. Boosdoener is de Britse vereniging van universiteiten, oftewel de werkgever. Ruim de helft van alle universiteiten doet mee, waaronder de twee topinstituten Oxford en Cambridge. Volgens de vakbond is het de grootste Britse hoger onderwijsstaking ooit: 50 duizend leden komen in opstand.
Klein clubje
Nog niet zo lang geleden dreigde ook de Nederlandse protestbeweging WOinActie met een staking van wetenschappers en docenten. “Misschien moeten we maar eens kijken wat er gebeurt als studenten niet meer afstuderen”, was de gedachte.
Heeft de Britse staking het vuur in Nederland weer aangewakkerd? “Een deel van onze achterban zou het best willen”, weet de Utrechtse hoogleraar Ingrid Robeyns, een van de gezichten van WOinActie. “Maar ik betwijfel of het ons gaat lukken om zoveel mensen ertoe te bewegen.”
Volledig uitgeput
Veel wetenschappers voeren liever actie met hun hoofd, denkt ze. “We zetten de juiste argumenten op papier en verwachten dat een hooggeplaatst iemand ze leest en voor verandering zorgt. Maar in de politiek werkt dat niet.”
Een groter knelpunt is dat een staking organiseren tijd en energie kost. “Het is ironisch”, zegt Robeyns. “Veel collega’s willen wel actie ondernemen, maar zijn volledig uitgeput. Ik vrees ook dat sommigen er inmiddels bijna in berusten dat het niet anders kan. Na verloop van tijd raak je eraan gewend dat iedereen gestrest is en dat je voor elk vak overuren draait.”
Minder pensioen
De vraag is ook of WOinActie hetzelfde gevecht voert als hun collega’s in het Verenigd Koninkrijk. Een groot verschil is volgens Robeyns dat de actievoerders daar worden gekort op hun pensioen. “Mensen weten precies hoeveel pond ze mislopen.”
De problemen in het Nederlandse hoger onderwijs zijn minder concreet, vermoedt ze. “Wij worstelen met werkdruk, democratisering en diversiteit. Dat maakt het lastig om mensen te mobiliseren. Maar stel dat Den Haag morgen zegt: alle universiteitsmedewerkers worden 10 procent gekort op hun salaris. Ik denk dat iedereen dan wel de straat op gaat.”
Den Haag
Robeyns betwijfelt bovendien of staken voor WOinActie het beste wapen is. “Een staking richt zich op een werkgever, in ons geval een college van bestuur. Maar wij willen vooral dat de financiering op orde is, en de besturen staan al aan onze kant als het gaat om meer geld. Zo’n besluit moet uit Den Haag komen.”
Wel bewijst de Britse staking hoe belangrijk het is dat genoeg mensen lid worden van de vakbond, stelt Robeyns. “Helaas zien veel collega’s daar pas de noodzaak van in als ze zelf in de problemen komen. Maar zonder steun van de vakbond kan WOinActie ook niets beginnen; wij zijn slechts een paar individuen die aan een kar trekken.”
Nieuwe acties
Toch lijkt die kar behoorlijk in beweging. “Er komen weer nieuwe acties aan”, zegt Robeyns. “Maar daar kan ik nu nog niets over zeggen.”
Ook de vakbond rolt de spandoeken nog niet uit. Maar AOb-bestuurder Marijtje Jongsma ziet wel een groeiende actiebereidheid onder academici, met WOinActie als duidelijk voorbeeld. “Of en wanneer dat tot staken gaat leiden zal de toekomst ons leren.”