De 21-jarige rechtenstudent Tahira Mohammad kan haar tranen niet bedwingen. “Het is zo zenuwslopend”, zegt ze. “We kregen net een telefoontje van een oom in Afghanistan die voor de Amerikaanse ambassade in Kabul heeft gewerkt. Hij mag met zijn gezin naar Amerika, maar moest lang wachten op de afhandeling van zijn aanvraag, het regelen van de benodigde visa. We snappen heel goed dat ze er in Amerika vele duizenden moeten behandelen, maar de spanning en het gevoel van machteloosheid, het vreet aan je.”
Andere familie is naar Pakistan gevlucht, weer andere familie is nog in Afghanistan. “En of je nou voor de westerse landen hebt gewerkt of niet maakt niet uit. Iederéén is daar in levensgevaar.”
Ze verontschuldigt zich voor haar tranen. “Ik had dingen opgeschreven om te zeggen in dit interview, omdat ik wist dat ik emotioneel zou worden. Maar wat kan ik zeggen, dat het allemaal ongelukkig en betreurenswaardig is, met die woorden zou ik alles bagatelliseren.”
Oud vuil
Ze is getroffen, hard getroffen door het gebrek aan medeleven. “Vooral in Nederland, want terwijl de andere landen veel ruimhartiger is met het opvangen van gevluchte Afghanen, doet onze regering zelfs moeilijk over de Afghanen die voor Nederland hebben gewerkt.”
‘Toekomstige generaties zullen weten dat de wereld Afghanistan in de steek heeft gelaten.’
Ze kan er niet over uit: “Dat je jarenlang gebruik hebt gemaakt van mensen, door ze bent beschermd, en dat je dan zegt: ‘nou, heel erg bedankt en succes met uitvogelen hoe je jezelf nu redt. Dat je ze als oud vuil aan de weg zet. Ze voelen zich verraden, en terecht! Ik moet constateren dat er in Nederland blijkbaar weinig waarde wordt gehecht aan Afghaanse levens.”
Mohammad hekelt ook de gretigheid waarmee Amerikanen en Europeanen de toezeggingen van de Taliban geloven, hun mooie beloftes tijdens de persconferenties. “Alsof iedereen vergeten is wat deze terroristen de afgelopen jaren hebben gedaan. En een regering die in zo’n situatie zo laks en nalatig is als de Nederlandse, valt net zo goed veel te verwijten.”
“Toekomstige generaties”, zegt ze, “zullen de beelden terugzien en weten dat de wereld Afghanistan in de steek heeft gelaten. Dat gaat ze voor het hoofd stoten.”
Wrok koesteren
Aan degenen die in Harskamp protesteerden tegen de opvang van Afghanen in hun dorp door met vuurwerk te gooien en racistische leuzen te schreeuwen, wil ze eigenlijk geen woord vuil maken, zegt ze. “Het zijn niet zulke intelligente mensen, die het geluk hadden in Nederland geboren te zijn, wier rechten min of meer zijn gewaarborgd en vanuit die bevoorrechte positie oordelen over mensen die niet zoveel geluk hebben. Hou gewoon je mond.”
‘Ik begon wrok te koesteren jegens iedereen.’
Ze is er de afgelopen tijd zwartgallig van geworden. “Ik begon wrok te koesteren jegens iedereen, had de hoop al opgegeven wat de mensheid betreft. Maar toen ik hoorde over de gulheid van Nederlanders bij de verschillende inzamelingsacties, werd het alweer wat minder. Dat is heel mooi om te zien.”
Wat haarzelf betreft, maakt ze zich zorgen over het komende collegejaar. “Het is mijn laatste bachelorjaar, maar ik zie niet hoe ik mijn hoofd erbij kan houden terwijl mijn familie in Afghanistan in gevaar is. Ik bedoel, wat kunnen mij die tentamens schelen? Ik heb belangrijker zorgen.”
In slaap gehuild
Ook rechtenstudent Parwana Rezai (21), onlangs nog door Ad Valvas geïnterviewd vanwege haar inzet voor vrouwenrechten in haar land van herkomst, heeft zichzelf elke nacht in slaap gehuild, vertelt ze. “In het begin besefte ik nog niet zo goed wat de directe gevolgen zouden zijn van de terugtrekking van de VS uit Afghanistan. Dat de Taliban in zo’n rap tempo het land weer zouden innemen, zelfs Kabul binnen een paar dagen hebben bezet, dat had niemand verwacht.”
‘Twintig jaar werk blijkt in één klap allemaal voor niks te zijn geweest.’
Maar ze heeft zich herpakt. Samen met andere Afghaanse studenten, onder andere Tahira Mohammad, en met de studentenvereniging Fam Students, voortgekomen uit de VU Family, zet ze nu acties op: inzamelingsacties voor goederen en geld en voor aanstaande zaterdag is een grote demonstratie op de Dam gepland. “Het is een manier om verdriet te vergeten en mezelf te motiveren.”
Terroristen normaliseren
Want ook Rezai denkt constant aan haar familie in Afghanistan. Die woont in het zuiden, in gebied dat al in handen was van de Taliban, maar met de verovering van de rest van het land is de hoop op verbetering weggeslagen, en de kans op verslechtering niet denkbeeldig.
Rezai maakt zich kwaad om de “naïviteit” van de media, die werkelijk lijken te geloven dat de Taliban deze keer anders zullen zijn dan vroeger, toen vrouwen uit de openbare ruimte werden gebannen en de Taliban een gewelddadig terreurbewind voerden. De grootvader van Rezai en een aantal ooms zijn door hen vermoord.
‘Het voelt als verraad. Het zit ontzettend diep.’
“Het zijn terroristen, geen haar beter dan ISIS en daar geven de westerse media een podium aan”, zegt Rezai. “Zo normaliseer je een terreurgroep. Het is voor ons pijnlijk om te zien hoe de moordenaars van onze familie worden neergezet als een normale politieke beweging. Het voelt als verraad. Het zit ontzettend diep.”
Afghanistan leek langzaam uit het dal te krabbelen, “het leek er echt op dat het land progressie maakte”, zegt Rezai. “Maar 20 jaar werk blijkt in één klap allemaal voor niks te zijn geweest.”
Lakse houding
“De houding van Nederland is ronduit afschuwelijk”, foetert ze. “Staatssecretaris van Veiligheid Ankie Broekers-Knol, die gevluchte Afghaanse kinderen het recht op hereniging met hun ouders wil ontzeggen.” Nederland stapelt affront op affront, constateert Rezai. “Eerst die lakse houding, waarbij een minister doodleuk vanuit de bioscoop zit te twitteren terwijl Afghanistan in paniek is, dan de Afghaanse medewerkers van de Nederlanders, hun leven voor hen hebben geriskeerd, en doodleuk door ze in de steek worden gelaten. Dit is echt zeer teleurstellend.”
‘Wat Afghanistan nu nodig heeft, zijn vliegtuigen, veel vliegtuigen.’
Maar wat kunnen ze doen? Inzamelingsacties en demonstraties organiseren. “Om druk uit te ooefenen op de politiek”, zegt Rezai beslist. “Benadrukken dat Afghanistan één van de onveiligste landen ter wereld is en ruimhartig hulp nodig heeft.”
“Wat Afghanistan nu vooral nodig heeft”, zegt Mohammad erover, “zijn vliegtuigen, veel vliegtuigen om er zoveel mogelijk mensen weg te halen.”