Tegen antisemitisme moet krachtig opgetreden worden, vindt minister Dijkgraaf. Maar aan een universiteit mogen ook controversiële meningen klinken en dus mogen activisten er oproepen tot een boycot van Israël.
In maart sprak de Palestijnse activist Omar Barghouti aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) tijdens de ‘Israeli Apartheidsweek’. Zijn omstreden beweging Boycott, Divestment, Sanctions (BDS) roept op tot een boycot van de staat Israël totdat Palestijnen en Arabieren gelijke rechten hebben als Joodse Israëli.
Volgens critici is de actiegroep antisemitisch omdat ze Israël, samen met degenen die de staat steunen, demoniseert. Ook de Duitse Bondsdag heeft de activisten van BDS als antisemitisch bestempeld.
Bedreigd
In het Reformatorisch Dagblad rekende Israël-centrum CIDI het de RUG aan dat de universiteit een podium bood aan de activisten en hun actieweek. Pro-Israëlische Joodse studenten zouden zich daardoor bedreigd voelen. De SGP stelde er Kamervragen over.
“Ik kan mij voorstellen dat deze week onveilige gevoelens oproept bij Joodse en andere studenten”, schrijft Dijkgraaf mede namens minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz. “Dat neemt niet weg dat, binnen de grenzen van de wet en met inachtneming van de academische standaarden, binnen een academische omgeving ruimte moet zijn voor controversiële of onwelgevallige opvattingen die op weerstand kunnen stuiten. Dit is niet in tegenspraak met een veilige leeromgeving.”
Was dat in Groningen het geval? In elk geval één keer niet, meldt de minister. “Achteraf is gebleken dat er één bijeenkomst heeft plaatsgevonden waarbij de voorwaarden niet gewaarborgd waren en waar er dus mogelijk sprake is geweest van een onveilige omgeving.”
Aanscherpen
Die voorwaarden waren dat de bijeenkomsten tijdens de ‘Israeli Apartheidsweek’ voor iedereen toegankelijk zijn, dat er een moderator moest zijn en dat de wet niet mocht worden overtreden. De minister meldt niet welke voorwaarde overtreden is. De universiteit zou haar protocol aanscherpen.
Maar hij gaat niet met de universiteit in gesprek over de week. “Het ligt niet voor de hand om het in algemene zin oproepen tot een boycot of sancties tegen een land te interpreteren als discriminatie”, vindt hij.
Samen met alle instellingen werkt hij aan een aanpak om de sociale veiligheid en inclusie in het hoger onderwijs te verbeteren. Hij betrekt daar ook de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding en Joodse jongerenorganisaties bij, meldt hij.
Aangifte doen
De vraag of het antisemitisme in Nederland toeneemt door het “groeiende aantal anti-Israël evenementen” kan Dijkgraaf niet beantwoorden: “Er zijn geen eenduidige gegevens beschikbaar.”
Hij benadrukt: “Tegen antisemitisme moet krachtig opgetreden worden. Ik roep studenten en andere personen die hier slachtoffer van zijn daarom ook op om aangifte te doen.”