De nieuwe woningwet is helemaal niet te streng voor beleggers, zei minister Stef Blok van Wonen zojuist in de Tweede Kamer. “Ingewikkelde constructies met beleggers zouden ons eigenlijk allemaal achterdochtig moeten maken.”
In het verleden konden beleggers hun vastgoedprojecten laten beheren door woningbouwcorporaties. Maar met het faillissement van woningcorporatie Vestia in het achterhoofd is de woningwet aangescherpt en mag dat niet meer.
Nieuwe studentenwoningen
Studenten en woningbouwcorporaties vinden dat de minister te streng is geweest. Ze vrezen dat het moeilijk wordt om nieuwe studentenwoningen te bouwen, er zouden zelfs al projecten zijn stilgelegd vanwege de nieuwe regels.
Blok heeft daar weinig sympathie voor, bleek na vragen van enkele Kamerleden. Elke woningbouwcorporatie kan voor leningen een beroep doen op een speciaal fonds. “Een staatsgarantie, in feite”, aldus de minister. “Het moet dus al enige verbazing wekken als er een vraag komt om financiering buiten die garantie om. Als het waarborgfonds zegt: om de risico’s overzichtelijk te houden kunnen we niet verder financieren, zou het ongewenst zijn als er andere constructies worden bedacht.”
Eventuele staatssteun
En wat als studentenhuisvesters vastleggen dat beleggers geen recht hebben op eventuele staatssteun, bracht CDA-Kamerlid Erik Ronnes in. Een oplossing die studenten en huisvesters gisteren zelf aandroegen.
“Als dat zo zou kunnen, zou dat geen probleem zijn”, reageerde Blok. “Maar dat heb ik nog nooit gezien. De praktijk was dat beleggers een vijftienjarig contract sloten met een corporatie om de boel te verhuren. Dat betekent: een staatslening van vijftien jaar, de belegger loopt geen enkel risico, met een rendement van vijf procent. Dat vind ik riskant.”