Er liggen na 29 oktober voor een nieuw kabinet behoorlijk wat hoofdpijndossiers. Hoe gaan we ervoor zorgen dat er voldoende woningen komen? Ook de financiën zijn nog een behoorlijke puzzel. De uitgaven aan AOW en zorg lopen verder op en extra defensie-uitgaven moeten worden ingepast. Om dit te betalen moet onze productiviteit omhoog en bezuinigen op onderwijs en onderzoek is dan contraproductief. Daarnaast ligt er nog een claim van gemeenten voor extra geld.
Volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) moet de Rijksoverheid zorgdragen voor voldoende middelen, zodat gemeenten hun wettelijke taken zoals jeugdzorg kunnen uitvoeren. De stijging van het gemeentefonds was gekoppeld aan de rijksuitgaven: gaf het Rijk meer uit dan kregen de gemeenten meer. Gemeenten profiteerden dan ook van de extra uitgaven aan landbouw en defensie. Door Rutte IV is echter besloten om de gemeentefondsuitkering vanaf 2026 met ruim twee miljard euro te korten. Gemeenten maakten daar bezwaar tegen. Bij de Voorjaarsnota is hier driftig over gesproken en er werd met een gang naar de rechter gedreigd. Uiteindelijk is de afspraak gemaakt dat gemeenten in 2025-2027 drie miljard euro extra krijgen. Volgens de VNG biedt dit gemeenten ‘financiële verlichting’, maar is het geen oplossing voor de disbalans tussen taken en middelen vanaf 2028.
Terwijl het kabinet-Schoof over een zelf uitgestoken been tot tweemaal toe struikelde, behandelden 342 gemeenteraden de jaarrekening 2024. Bijna alle Nederlandse gemeenten schreven weer zwarte cijfers. Het gezamenlijk overschot is bijna 2,5 miljard euro. Bij de begroting werd nog uitgegaan van een tekort van 700 miljoen euro. Het eigen vermogen van gemeenten is inmiddels opgelopen tot 44 miljard euro. In 2019 was dit ruim 15 miljard euro lager. Om die reden heb ik samen met twee VU-collega’s in ESB gesteld dat veel gemeenten dit tekort kunnen opvangen door kritisch te kijken naar hun uitgaven en het tijdelijk inzetten van overschotten.
Deze disbalans betreft vooral de jeugdzorg. De VNG vraagt vanaf 2028 één miljard extra om deze taak uit te voeren en verwijst daarbij naar de deskundigencommissie Van Ark. In dit rapport staat veel herkenbaars. Er wordt aangegeven dat in gezinnen met hoger opgeleide ouders de vraag naar jeugdzorg explosief stijgt en dat het aantal jeugdzorgprofessionals niet is aan te slepen. Maar één aanbeveling verbaast mij wel. Als er in 2027 tussen Rijk en VNG geen overeenstemming is over hervormingen, dan moet het Rijk gemeenten compenseren. Maar leidt dit er niet toe dat gemeenten de kont tegen krip gooien? Immers, sinds de decentralisatie in 2015 loopt een eindeloze discussie over de afbakening, de behandelduur en een bijdrage van rijke ouders. In een ledenbrief gaat de VNG er dan ook vanuit dat dit bedrag in 2028 wordt bijgeplust. Er wordt dan 10,4 miljard euro aan jeugdzorg besteed. Een verdrievoudiging ten opzichte van 2015.
Is meer geld de oplossing? Nee, aanbieders verhogen hun prijzen en kiezen nog meer voor lichte vormen van zorg. De wachtlijsten voor zwaardere zorgvragen nemen verder toe. In plaats van het steeds om extra geld vragen als een rupsje-nooit-genoeg moeten gemeenten aanbieders en verwijzers beter aansturen. Én het Rijk moet eindelijk de beperking tot de zwaardere gevallen en een inkomensafhankelijke bijdrage regelen in een wet.