We zijn al best vaak in quarantaine geweest omdat er iemand van ons team positief was, vertelt Priem. “Dan worden de trainingen stopgezet en moet iedereen binnenblijven. En dat duurt dan minstens vijf dagen.” Priem woont in Den Haag waar ze traint bij het Beach Volleybalteam Nederland (BTN). Ze beachvolleybalt voor Jong Oranje. En in het weekend gaat ze vaak naar haar ouders in Leusden.
‘Mijn hele familie was positief en ik dus ook’
Deze keer was zij het die de besmetting meenam. “Mijn hele familie was positief en ik dus ook. Gelukkig was niemand van ons er erg ziek van. Maar het is balen dat iedereen nu thuiszit door mij. Ik verveel me echt zonder de trainingen. Ik heb de hele dag om te studeren en dan doe ik veel minder dan wanneer het in een paar uur moet.”
Studenten die naast hun studie aan topsport doen of een topprestatie leveren op cultureel vlak kunnen financiële en organisatorische ondersteuning krijgen. Zie: studeren en topsport.
Priem voelde zich een paar dagen licht grieperig, maar is inmiddels weer beter: “Ik hoop dat ik woensdag weer mag trainen. Ik kijk er echt naar uit. In elk geval lijkt het erop dat ik niemand van ons team heb aangestoken, daar ben ik blij om. ”
15 uur per week trainen
Dat Priem überhaupt met haar team mag trainen, komt doordat ze een topsportstatus hebben en voor topsporters geldt een uitzondering op de coronaregels. De trainingen gaan door. Priem traint zo’n vijftien uur per week, wat doordeweeks neerkomt op twee trainingen per dag, verdeeld in bal- en krachttrainingen. In de zomer komen daar de wedstrijden bij. Die beginnen voor Priem en haar team in de tweede helft van mei, als de coronamaatregelen het toestaan.
‘Het gaat veel beter met mijn studie’
Sinds september is Priem niet meer op de VU geweest. Dat er nu door corona geen fysieke colleges meer zijn, is een zegen voor haar. “Het gaat veel beter met mijn studie en ook met mijn trainingen. Vorig jaar was het soms echt een geworstel om het allemaal voor elkaar te krijgen. Ik begon ongeveer tegelijk bij BTN en aan de VU. Ik had veel reistijd, colleges en practica. Dat was echt zwaar.”
Nu hogere cijfers
Priem haalde in haar eerste jaar dan ook lagere cijfers, vertelt ze. Nu haalt ze zevens, achten en laatst zelfs een negen. Toen waren het zessen. En door de practica die ze toen nog had, kwamen haar trainingen soms onder druk te staan. “Toen mijn trainer begon te klagen dat ik er te vaak niet was, heb ik een vak laten vallen.” Voor Priem is het helder: haar sport gaat voor. “Ik heb deze kans gekregen bij BTN en wil daar nu ook alles uithalen wat erin zit. Studeren kan later ook nog.”
Priem hoopt dat ze over een paar jaar in een topteam speelt. “Of dat ooit gaat lukken? Ik weet het niet. Beachvolleybal is een sport waar heel veel aspecten aan zitten, het is technisch, tactisch, je hebt kracht nodig en uithoudingsvermogen. Je moet op al die fronten goed zijn. Ik weet niet of het lukt, maar het is mijn droom om aan de Olympische Spelen deel te nemen. Niet die in Tokio, dat is te snel. Ik heb nog een paar jaar nodig om me te bewijzen. Maar het zou fantastisch zijn als ik over vier jaar in Parijs mag meedoen.”
Dit is het derde deel in een serie over hoe VU-studenten met een toptalent de coronatijd doorkomen. De eerdere delen gingen over altviolist Michiel Wittink en hordenloper Nienke Madderom.