Minister Bussemaker houdt voet bij stuk: ook in hun coschappen hoeven studenten geneeskunde geen beurs of stagevergoeding te krijgen. Ze verdienen later genoeg om hun hogere studieschuld te kunnen dragen.
Tijdens de twee jaar van hun coschappen hebben studenten geneeskunde het zo druk dat ze geen bijbaantje kunnen nemen. Maar ze krijgen ook geen vergoeding van het ziekenhuis voor het werk dat ze doen.
Extra aflossen
Dat levert een hogere studieschuld op. Voor uitwonende studenten gaat het om 7.104 euro, heeft minister Bussemaker berekend. Dat betekent dat ze na afloop van hun studie maandelijks 26 euro extra moeten aflossen.
Maar volgens de minister is dat geen probleem. Anderhalf jaar na afstuderen is hun inkomen gemiddeld 3.200 euro, terwijl de gemiddelde academicus dan slechts 2.550 euro verdient. Dat een student geneeskunde meer geld moet besteden aan zijn opleiding “betaalt zich daarmee aan de start van zijn carrière al uit”, meent Bussemaker.
Geen gechikte baan
Mochten de studenten onverhoopt toch in de financiële problemen komen, bijvoorbeeld omdat ze geen geschikte baan kunnen vinden, dan geldt voor hen wat ook voor alle anderen met een studieschuld geldt: ze mogen aflossen naar draagkracht en de restschuld wordt na 35 jaar kwijtgescholden.
Het zou ook niet haalbaar zijn om de coschappen anders te plannen, zodat studenten er een baan naast kunnen hebben. Dat zou niet goed zijn voor de kwaliteit van de opleiding.
Schuldenalarm
Studenten geneeskunde hadden alarm geslagen vanwege de hoge schulden. Ze zouden onevenredig hard worden getroffen door het wegvallen van de basisbeurs, vonden ze zelf. Coschappen duren vaak langer dan twee jaar.
De discussie over een stagevergoeding voor coassistenten speelt al jaren. Mbo- en hbo-studenten verpleegkunde krijgen wel een stagevergoeding. Coassistenten zijn daarentegen vooral in opleiding, vinden de ziekenhuizen.
Stagevergoeding
Al eerder stelde Bussemaker dat de coschappen geen stage zijn waarvoor je een vergoeding zou moeten krijgen. “Alles wat de geneeskundestudent tijdens zijn coschappen doet, moet wettelijk gedaan worden onder de directe supervisie van een bevoegde arts. Veel werkzaamheden van de coassistent moeten worden overgedaan door de begeleider.”