Studenten hoeven geen vastigheid te hebben op de arbeidsmarkt, vindt minister Karien van Gennip (Werkgelegenheid). Flexwerk hoort gewoon bij je studietijd, zei ze gisteren in de Tweede Kamer.
Er komen nieuwe regels op de arbeidsmarkt. Nul-urencontracten gaan bijvoorbeeld verdwijnen en werknemers krijgen sneller een vast contract. Alleen gelden die nieuwe regels niet voor studenten met een bijbaan.
Maar hoe controleer je in de praktijk of iemand inderdaad student is, vroegen verschillende partijen afgelopen woensdag tijdens het debat in de Tweede Kamer. Moeten werkgevers dat soms bij de Dienst Uitvoering Onderwijs gaan checken?
Alle jongeren?
Sommige oppositiepartijen, zoals DENK en de SP, vinden dat álle jongeren zouden moeten profiteren van de nieuwe regels. Studenten moeten immers ook de huur, zorgverzekering en boodschappen betalen, zei SP-Kamerlid Bart van Kent. Zij zouden dus ook gebaat zijn bij de nieuwe regels.
Maar VVD-Kamerlid Bart Smals draaide het om. “Als er een tentamen aankomt, kan het zomaar zijn dat een student een hele tijd helemaal niet wil werken, omdat hij wil studeren voor dat tentamen. Misschien werkt hij een maand later twee keer zoveel omdat dat hem veel beter uitkomt. Ik wil dat de studenten die vrijheid houden en dat ze dit ook zelf kunnen invullen.” Zijn partij zou het makkelijker vinden om flexcontracten tot een bepaalde leeftijd toe te staan.
Niet voor studenten
Donderdag ging het debat verder en gaf minister Karien van Gennip antwoord op de vragen van de Tweede Kamer. Jongeren worden niet uitgezonderd, legde ze uit, maar studenten en scholieren wel. Eenmaal klaar met studeren gelden dezelfde regels voor iedereen.
Van Gennip is niet van plan om studenten alsnog extra bescherming tegen flexwerk te geven. “Ik vind dat het bij die levensfase hoort. Werkgevers hebben soms een blik studenten nodig, of het nou om vakkenvullers gaat of om werk in de horeca.”
En hoe je checkt of iemand inderdaad student is? “Het criterium is dus een inschrijving bij een universiteit of zo”, zei de minister. “Dat is nog niet zo makkelijk voor werkgevers, maar daar gaan we iets op vinden.”
Avondstudie
DENK-Kamerlid Stephan van Baarle zag daar een probleem: wat doe je met de mensen die in de avonduren een opleiding volgen? Verliezen zij straks hun zekerheid omdat ze opeens weer student zijn?
Dat is niet de bedoeling. Van studenten is de ‘hoofdactiviteit’ hun opleiding, antwoordde Van Gennip, en ze hebben volgens haar een bijbaan van maximaal zestien uur gemiddeld per week. “Iemand die in de avonduren een extra opleiding volgt maar gewoon veertig uur werkt, is natuurlijk geen student meer.”
En een leeftijdsgrens, zoals de VVD zou willen? Daar ziet de minister niets in. Ze wil ervoor zorgen dat jongeren van een jaar of 23, als ze niet meer studeren, gewoon onder de nieuwe regels vallen en een ‘basiscontract’ krijgen.
Moties
Dinsdag stemt de Tweede Kamer over een reeks moties over de arbeidsmarkt. Voor studenten zal dat weinig veranderen, al vraagt een motie van DENK wel om met jongeren en studentenorganisaties in gesprek te gaan, “om tot een balans te komen tussen enerzijds de gewenste flexibiliteit van jongeren en anderzijds de zekerheid voor jongeren”.
Gesprekken zijn prima, vindt de minister. “Maar ik wil u van tevoren al wel zeggen dat we de uitzondering voor studenten niet gaan opgeven. Die vind ik echt belangrijk. Die hoort bij dat studentenleven.”