De Tweede Kamer vindt het onacceptabel dat zo’n 30 procent van alle universitaire masteropleidingen geen schakelprogramma’s aanbiedt aan hbo-studenten. De toegankelijkheid van het hoger onderwijs zou in gevaar zijn.
Bijna een op de drie wo-masters is niet toegankelijk voor hbo-studenten, meldde de Onderwijsinspectie vorige maand. De verschillen tussen instellingen zijn groot: de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam houden bij de helft van de masters hun deuren gesloten voor hbo’ers, terwijl ze in Eindhoven en Wageningen in principe bij alle masters terechtkunnen.
Fracties mopperen
Hoe is dat mogelijk, wil de Kamer van minister Van Engelshoven weten. Vanuit het oogpunt van kansengelijkheid is een soepele doorstroom van het hbo naar het wo belangrijk, vinden de fracties. Wordt het geen tijd voor een ‘commissie toegankelijkheid’, oppert D66.
Vooral bij masteropleidingen in de vakgebieden gezondheid, taal & cultuur en recht zijn veel hbo’ers niet welkom. Verder zijn het vaak kleine of juist zeer grote masters die geen schakeltrajecten aanbieden. Hetzelfde geldt voor de researchmasters. Hoe zijn al die verschillen te verklaren, vragen meerdere fracties zich af.
Wet handhaven
Van Engelshoven zei eerder dat ze de wetsartikelen over schakelprogramma’s wil verduidelijken zodat studenten hun rechten kennen en instellingen hun plichten. Maar volgens GroenLinks biedt dat geen soelaas. De wet is duidelijk genoeg en moet simpelweg worden nageleefd. “Gaat de minister actief handhaven dat universiteiten voldoende schakeltrajecten aanbieden?”
Verder is het volgens Van Engelshoven niet de bedoeling dat hbo’ers per definitie niet welkom zijn bij een masteropleiding, maar dat betekent niet dat iedereen zomaar aan een master kan beginnen. Het geldt alleen voor studenten die de ontbrekende kennis binnen een redelijk termijn kunnen bijspijkeren. Maar wie bepaalt dat, wil D66 nu van de minister weten. En wie beoordeelt eigenlijk de instroomeisen?
Op eigen kosten
GroenLinks denkt dat meer masters een schakeltraject zullen aanbieden als universiteiten daar geld voor krijgen. Nu nemen de instellingen die kosten zelf voor hun rekening. Ook de SP wil dat de minister de schakelprogramma’s alsnog betaalt.
De commissie-Van Rijn ziet daar in ieder geval niets in. Deze commissie kwam vorige week met een advies voor de herverdeling van het onderwijsbudget, waarin staat dat instellingen samen verantwoordelijk zijn voor een goede doorstroom tussen sectoren. Ze moeten daarvoor intensief samenwerken en oplossingen bedenken, aldus Van Rijn.
Selectieve masters
De VU biedt voor 24 van de bijna 100 (research)masters geen schakelprogramma aan, liet de universiteit in april al eens weten in een reactie. ‘Het gaat om researchmasters en selectieve masteropleidingen die een hoog academisch niveau vragen of in sommige gevallen geen verwante hbo-vooropleiding kennen. Het verschil tussen het eindniveau van een hbo-bachelor en het gevraagde ingangsniveau van deze 24 (research)masters wordt te groot geacht om met een schakelprogramma op te lossen.’