Mogen onderwijsinstellingen studiepunten laten vervallen, enkel en alleen omdat studenten te traag studeren? Regeringspartij VVD vindt van wel, maar andere partijen hebben hun twijfels of spreken zelfs van misbruik.
Deze week stelden vier partijen in de Tweede Kamer schriftelijke vragen over het afpakken van studiepunten. Universiteiten en hogescholen mogen dat doen als kennis verouderd is. Maar mogen ze het als dreigement gebruiken om studenten tot tempo te manen?
Langstudeerders wegsturen
De kwestie kwam afgelopen najaar in het nieuws, toen de Universiteit Leiden rechtenstudenten wegstuurde die te lang over hun bachelorstudie deden. Hun studiepunten vervielen niet alleen, ze kregen ook geen gelegenheid om hun punten opnieuw te behalen. Met dat laatste overtrad de universiteit de wet, stelde minister Bussemaker. Leiden moest zijn beleid aanpassen.
Maar de vraag bleef of universiteiten en hogescholen überhaupt studiepunten mogen laten vervallen als de kennis niet ernstig verouderd is. En als het mag, is het dan wenselijk? In een brief aan de Tweede Kamer hield Bussemaker zich daarover op de vlakte.
Afpakken om te motiveren
De VVD vindt dat het mag, zolang het maar gebeurt “om studenten te motiveren”. Zo’n regeling moet dan zorgvuldig tot stand komen, met inspraak van de medezeggenschapsraad. Bovendien moet de regeling “niet ten onrechte studenten benadelen”.
Maar de andere partijen denken daar anders over. Regeringspartij PvdA snapt wel dat kennis kan verouderen, maar is het dan wenselijk dat sommige universiteiten en hogescholen voor het gehele onderwijsaanbod een beperkte geldigheidstermijn voor tentamens hanteren? En als je studenten tot een sneller studietempo wilt bewegen, is het ontnemen van studiepunten dan “een geëigend middel”?
Stok achter de deur
De vraag stellen is hem beantwoorden. Oppositiepartijen D66 en CDA gaan er iets harder in. Natuurlijk is het vervallen van studiepunten een stok achter de deur om sneller te studeren, erkent het CDA. Maar is dit geen voorbeeld van “rendementsverhogende maatregelen waarbij niet wordt gekeken naar de kwaliteit van het onderwijs”?
D66 vindt dat onderwijsinstellingen de regeling “misbruiken” om het tempo van studenten te verhogen. “Kan de minister aangeven hoe zij omgaat met perverse prikkels rond het ophogen van studierendementen?”
De antwoorden van de minister moeten nog volgen.