Als een van de laatste partijen heeft D66 het verkiezingsprogramma gepresenteerd. De partij wil meer kansen voor studenten, minder prestatiedruk en genoeg ruimte voor fundamentele wetenschap.
D66 slaat zich vaak op de borst als dé onderwijspartij. Onderwijs en onderzoek krijgen dan ook veel aandacht in het nieuwe programma.
Voor studenten wil de partij een ‘vliegende start’ en zo min mogelijk prestatiedruk. De democraten willen bijvoorbeeld het bindend studieadvies versoepelen. Opleidingen moeten minder punten eisen en de bsa-norm beter onderbouwen.
Ook is D66 sceptisch over selectie van studenten. “We stellen paal en perk aan de wildgroei van toelatingscriteria en selectieprocedures”, is het voornemen. Opleidingen mogen alleen studenten selecteren als er bijvoorbeeld onverwacht te veel aanmeldingen voor de beschikbare plekken komen.
Bovendien kunnen studenten langer blijven studeren. “Iedereen krijgt de kans om een tweede studie tegen het wettelijk, lage collegegeldtarief te volgen.”
Internationalisering
D66 is in principe positief over de komst van buitenlandse studenten naar Nederland. “Studenten leren door internationale contacten meer over de ander en zichzelf. Internationale studenten versterken de kennispositie van Nederland. We kiezen volmondig voor internationalisering, op voorwaarde dat het kwaliteit toevoegt en niet alleen een middel is om de onderwijsfinanciering op te krikken.”
Dat laatste is de crux. “Engels mag de voertaal van een opleiding in Nederland zijn, mits het van meerwaarde is”, staat in het programma, maar ook: “Financiële prikkels om op Engelstalig onderwijs over te stappen halen we zoveel mogelijk uit de bekostiging van het onderwijs.”
Verder wil de partij dat onderwijsinstellingen met gemeenten overleggen over het maximale aantal internationale studenten dat erheen mag komen, gezien de huisvesting en voorzieningen. Ook zouden de instellingen deze studenten moeten helpen zoeken naar een kamer.
Stufi
Opvallend is ook het standpunt over de studiefinanciering. D66 was een van de vier partijen die de basisbeurs per september 2015 afschafte, samen met GroenLinks, PvdA en VVD. Inmiddels is de partij daar helemaal op teruggekomen.
De tijdelijke verhoging van de uitwonendenbeurs (164 euro per maand) zou permanent moeten worden, vinden de democraten. Studenten moeten ook goed kunnen reizen: “De ov-studentenkaart wordt uitgebreid met een abonnement op de ov-fiets voor doordeweekse dagen.”
En hoe zit het met de nasleep van het leenstelsel? “Voor studenten voor wie geen basisbeurs beschikbaar is geweest, beperken we de rente op hun studielening – ongeacht hoelang de student onder het leenstelsel studeerde.” Ook zou een studielening volgens de partij niet moeten meetellen bij de aanvraag van een hypotheek.
Kleine opleidingen
“Niet elke opleiding trekt volle klassen”, schrijft D66. Kleine en unieke opleidingen moeten gekoesterd worden, vindt de partij. “Denk aan bijzondere ambachten of unieke taal- en cultuurstudies.” Daarover moeten onderwijsinstellingen onderling afspraken maken.
De partij heeft ook allerlei plannen om het lerarentekort te bestrijden, zoals de oprichting van een nationale academie voor leraren. Daarmee zouden lerarenopleidingen “rechtstreeks onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vallen”.
Wetenschap
Ook over de wetenschap zegt D66 van alles. De partij steunt ‘erkennen en waarderen’, wil landelijke samenwerking stimuleren en ook het “gesprek tussen wetenschappers en de samenleving” bevorderen. Verder willen de democraten fundamenteel onderzoek beschermen door een deel van het onderzoeksbudget ervoor te reserveren.