Stel, je schrijft een boek over een groep vrienden die zich afzondert in een hutje in de bergen en opeens breekt er een wereldwijde crisis uit. Je bedenkt er dan vast niet bij dat die fantasie ingehaald kan worden door de werkelijkheid.
Dat gebeurde antropologiedocent Anthonie Holslag. Hij publiceerde twee jaar geleden Toevluchtsoord, een psychologische sci-fi-thriller over een groepje vrienden dat plotseling opgesloten zit in een afgezonderde blokhut vanwege een levensbedreigende gebeurtenis in de wereld.
“Mijn ‘pandemie’ is natuurlijk geen corona”, zegt Holslag. “Corona is griezeliger. Het is alledaags, je hebt gewoon griepverschijnselen. Dat maakt het heel sluipend.” Maar de coronacrisis deed hem zo lijken op wat er in zijn boek gebeurt, dat hij in mei, juni en juli het geld dat hij aan de verkoop van zijn boek verdient, doneert aan coronaonderzoek van de Radboud Universiteit.
Weer even jong zijn
De blokhut waarin de zeven vrienden opgesloten raken, komt uit zijn eigen jeugd. “Ik woonde in die tijd in de VS en een vriend van mij had een blokhut in het Adirondackgebergte in het noorden van de staat New York”, vertelt hij. “We gingen daar als jongvolwassenen naartoe en spraken af om ieder jaar terug te gaan. In het echte leven is daar nooit wat van gekomen, maar de personages in het boek doen het wel.”
Ze treffen elkaar ieder jaar ruim vijftig kilometer van de bewoonde wereld om weer even jong te zijn, “om de tijd uit te rekken”, aldus Holslag. Dan breekt een soort pandemie uit en zitten ze in dat hutje. “Dat zet de relaties onder een vergrootglas. Ze beseffen dat de toekomst die er als jongvolwassene zo open uitzag, niet meer zo open is. De keuzes die je maakt, vernauwen in grote mate de toekomst die je nog voor je hebt. Dat realiseer je je niet als je jong bent.”
Geen kant op
Het boek gaat volgens Holslag over ouder worden, tijd die vergaat, vriendschappen die veranderen. Met de pandemie als spannend element. De vrienden kunnen opeens geen kant op. “Mijn boeken worden vaak geschaard onder horror, mensen vinden ze griezelig. Er zitten wel één of twee bloederige scènes in dit boek, maar het enge zit ‘m meer in de psyche van de mens, het onderhuidse. Het gaat om bevreemdende angst, geen walging.”
Holslag houdt zich op de VU bezig met onderzoek naar genocide. “Daar schrijf ik academische boeken over, maar omdat dat onderwerp zo zwaar is, schrijf ik ook fictie, als zijspoor.” Hij verdedigt morgen zijn proefschrift over de Armeense genocide aan de Universiteit van Amsterdam.