Onderwijsminister Dijkgraaf gaat het collegegeld voor vluchtelingstudenten voorlopig niet verlagen. Hij is bang dat de druk op het hoger onderwijs dan te groot wordt, laat hij de Tweede Kamer weten.
Vluchteling-studenten zijn in principe het dure instellingscollegegeld verschuldigd. Maar hogescholen en universiteiten mogen zelf besluiten om hun een lager tarief te vragen. Deze aanpak werkt goed, schrijft minister Dijkgraaf.
De studenten worden bovendien ondersteund door de Stichting voor vluchteling-studenten UAF, die op haar beurt subsidie ontvangt van het ministerie van OCW. “Omdat het vooralsnog om een beperkt aantal studenten gaat, is de druk op het stelsel, zowel financieel als kwantitatief, beperkt”, schrijft Dijkgraaf.
Grote impact
Dit wordt volgens hem anders als er gekozen wordt voor generieke steunmaatregelen voor deze doelgroep, waar GroenLinks en D66 tijdens een Kamerdebat om vroegen. Structurele financiering “kan grote impact hebben op de financiering van het stelsel en de beschikbare onderwijscapaciteit”.
Hij acht de kans aanwezig dat dit “een aanzuigende werking heeft, mede door een groot aanbod Engelstalig onderwijs in Nederland”, en dat staat haaks op de wens van de Tweede Kamer om de internationale studentenstroom te beheersen.
Het kabinet werkt volgens Dijkgraaf aan een “fundamentele heroriëntatie op het asielbeleid”. Dat wil hij niet doorkruisen. Het besluit om vluchteling-studenten structureel te steunen kan leiden tot meer “onrechtmatig verblijf” in Nederland en hogere druk op het huisvestingsbeleid.