Terwijl medisch experts hard bezig zijn met het bestrijden van het coronavirus, hebben sociale media hun eigen strijd: die tegen de verspreiding van nepnieuws. Facebook en Instagram plaatsen waarschuwingen bij berichten die ongegrond zijn, content die een direct negatief effect op de gezondheid van mensen kan hebben, wordt verwijderd, en sinds kort hebben de platforms in twaalf extra landen factcheckers ingezet. Ook Twitter is sinds deze week begonnen met het plaatsen van waarschuwingen bij ongefundeerde berichten over corona.
Vechten tegen de bierkaai
Met miljoenen nieuwe berichten per dag blijft het vechten tegen de bierkaai. Facebook riep zelfs een speciale pagina in het leven: het COVID-19 Informatiecentrum. Daarmee heeft het platform één duidelijke plek waar geen misinformatie te vinden is. In tegenstelling tot andere groepen waar je jezelf voor moet aanmelden, verschijnt deze vanzelf in het persoonlijke overzicht van gebruikers. En wanneer je je sociale agenda wilt inzien op de evenementenpagina van Facebook, verschijnt bovenaan de pagina een banner.
Via een knop kun je ervoor kiezen om de richtlijnen te negeren
“Het is aan ons om de verspreiding van COVID-19 te vertragen. Iedereen, inclusief jonge, gezonde mensen, moet in deze periode grote groepen mensen vermijden.” In andere woorden: we zien wat je mist, maar blijf alsjeblieft gewoon thuis. Onderaan de banner worden gebruikers vervolgens doorverwezen naar de gezondheidsrichtlijnen van de overheid. Het gebruikelijke ontwerp van Facebook oogt hier toch een beetje ironisch: via een standaardknop kan er voor worden gekozen om de richtlijnen te negeren.
Complotdenkers
Toch laat Facebook die keuze niet in alle situaties over aan de gebruiker. Zo werd een evenement waarin mensen anderen opriepen te protesteren tegen de quarantainemaatregelen door het platform verwijderd. Tegelijkertijd zijn er veel andere groepen die onverminderd door kunnen gaan met het circuleren van complottheorieën. Het roept de vraag op waar Facebook de grens trekt.
Alexander Pleijter is coördinator van Nieuwscheckers, het factcheckproject van de Universiteit Leiden, en docent Online Journalistiek aan de die universiteit. Nieuwscheckers was tot maart vorig jaar een van de factcheckorganisaties die werken voor Facebook. Factcheckers trekken de juistheid van berichten volgens Pleijter handmatig na. Die berichten krijgen ze onder ogen doordat andere gebruikers ze hebben gerapporteerd, verder zoeken ze zelf naar berichten die controle behoeven. De inzichten die factcheckers opdoen, worden ingezet om een algoritme te trainen dat nepnieuws kan opsporen.
Pleijter: “Wanneer factcheckers een bericht ontdekken dat onjuist is, publiceren ze dat op hun site, melden ze dat bericht via een speciaal dashboard aan Facebook, waarna Facebook er een waarschuwing aan hangt. Daarnaast zakt het bericht in de timeline van mensen, om het bereik te verkleinen.”
Met autoriteit schermen
“Er zijn talloze trucs om berichten met onjuiste informatie zo op te stellen dat het de algoritmes die nepnieuws op moeten sporen, niet zal opvallen. Vaak wordt bijvoorbeeld gedaan alsof het bericht afkomstig is van een bron met autoriteit. En als er geen link naar een onbetrouwbare site wordt geplaatst, maar de informatie in de lopende tekst wordt verwerkt, is ze ook moeilijk als onjuist te herkennen.”
De regel om te bepalen of een bericht een waarschuwing moet krijgen of niet, is volgens Pleijter wel duidelijk: “Als er nog geen onderzoek naar is gedaan, wordt het door ons als ongefundeerd bestempeld. Soms kun je niet keihard zeggen dat iets niet waar is, maar van de theorieën over de invloed van 5G op de verspreiding van het virus kun je dat wel. In Iran bijvoorbeeld, is nog geen 5G uitgerold, maar het coronavirus heeft wel flink toegeslagen.”
Er zijn talloze trucs om onjuiste informatie zo op te stellen dat het niet zal opvallen
“Bij andere theorieën is het wel lastig vast te stellen of het klopt. Over de oorsprong van het virus bijvoorbeeld, was aanvankelijk nog veel onduidelijk. Die suggesties gaan van een vleermuis op een Chinese markt tot een experiment in een laboratorium. Als we niet zeker weten of iets klopt, vermelden we dat ook in een waarschuwing.”
Vrijheid van meningsuiting
Bij ongefundeerde berichten plaatst Facebook dus een waarschuwing, zelden wordt er enkel op basis van een factcheck iets verwijderd. Dat dat wel het geval was bij het evenement om te protesteren tegen de quarantainemaatregelen, stuitte dan ook op veel weerzin. Het zou ingaan tegen het recht van protest, en zou daarmee inherent de vrijheid van meningsuiting schenden.
Volgens Arno Lodder, hoogleraar Internet Governance and Regulation aan de VU, gaat dat argument in de wereld van sociale media minder op. “Het grondrecht van vrijheid van meningsuiting vaart wel bij de structuur van een marketplace of ideas. Voor elke uiting is er wel een andere mening die daar gewicht aan geeft en het uitdaagt. De uitkomst is dan een gebalanceerde conclusie. Sociale media zijn zo opgezet dat een gerucht snel is verspreid, zonder dat er eerst kans is om het te weerleggen. Het hele mechanisme bevordert daarmee de verspreiding van nepnieuws.”
In hoeverre kun je een oproep tot demonstratie verbieden?
Dat wordt problematisch wanneer mensen zonder kritische blik sociale media gebruiken als bron voor hun nieuwsinname. Sociale media moeten het grotendeels hebben van hun functie om te dienen als vrij platform voor het plaatsen van ongefilterde content. Daarbij hebben de platforms zelf wel bepaalde huisregels. Zo is haatzaaien verboden, mag terrorisme niet verheerlijkt worden en wordt expliciete content verwijderd. Maar in hoeverre past een demonstratie tegen quarantainemaatregelen in dat rijtje?
Volgens factchecker Pleijter is Facebook een stuk strenger geworden met het controleren van content ten tijde van de coronacrisis. Een van de richtlijnen van Facebook is dat berichten geen gevaar mogen vormen voor de volksgezondheid. Het verwijderen van de oproep om te protesteren is daar een voorbeeld van. “Enerzijds zouden mensen de vrijheid moeten hebben om zich te kunnen uitspreken over de opgelegde maatregelen, maar zo’n samenkomst kan weer leiden tot verdere verspreiding van het virus.”
Niet verwijderen, maar waarschuwen
Of dat ingaat tegen de vrijheid van meningsuiting is een interessante kwestie, aldus Pleijter. “De vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Ik vind dat je die niet moet inperken. Daarom vind ik het goed dat Facebook berichten die door factchecks als onwaar zijn bestempeld niet van het platform verwijdert, maar voorziet van een waarschuwing. Maar als het gaat om het indammen van de verspreiding van een gevaarlijk virus, vind ik dat een bedrijf als Facebook best de verantwoordelijkheid mag nemen om een bericht dat daar tegenin gaat te verwijderen. Het is en blijft een particulier bedrijf dat zelf mag bepalen wat ze wel of niet toelaten op hun platform.”
Grondrecht aanpassen?
Hoogleraar Lodder pleit dan ook voor een aangepaste opvatting van het concept vrijheid van meningsuiting op sociale media. “Vrijheid van meningsuiting is een grondrecht dat de burger moet beschermen tegen inmenging van de staat. Platforms als Facebook hebben door hun opzet waarbij dingen ongefilterd gepost kunnen worden, veel macht. Je kunt je dan afvragen of dat klassieke grondrecht niet een andere strekking moet krijgen. Een waarbij er wel inmenging mogelijk is van hogerop om de volksgezondheid te kunnen waarborgen.”
Pleijter: “Facebook werkt hard om nepnieuws tegen te gaan, maar ze willen bovenal ook gewoon een platform zijn waar mensen zich thuis voelen en graag naartoe komen. Het blijft een commercieel belang: hoe meer gebruikers, hoe meer inkomsten. Toch is die strijd belangrijk. Als ze de reputatie krijgen dat ze een broedplaats zijn voor complottheorieën, raken ze ook weer gebruikers kwijt.”