Ze kan nog altijd ‘nee’ zeggen tegen een Groningse campus in het Chinese Yantai, stelde minister Bussemaker van Onderwijs gisteren in de Tweede Kamer. Maar dat lijkt ze tot ergernis van de oppositie niet van plan.
Als het kabinet zijn zin krijgt, mogen universiteiten en hogescholen straks volledige opleidingen in het buitenland verzorgen. Ze kunnen dan in verre landen een filiaal van het Nederlandse hoger onderwijs openen.
De Rijksuniversiteit Groningen ziet dat wel zitten en wil een campus beginnen in het Chinese Yantai. Dat is “een megalomaan project in China voor elitestudenten”, oordeelde SP-Kamerlid Tjitske Siderius. Ook andere oppositiepartijen hadden felle kritiek, vooral omdat de mensenrechten en de academische vrijheid in dat land te wensen overlaten.
Al lang besloten
Het heeft er alle schijn van dat het kabinet allang heeft besloten om toestemming te geven voor de campus in Yantai, stelde Kamerlid Paul van Meenen (D66). “Een aantal maanden geleden heeft onze koning in China met de president van dat land getoost op het aanstaande succes van deze vestiging.”
Minister Bussemaker nam die schijn gisteren niet weg. Ze wilde het gewoon over het wetsvoorstel hebben en dat staat los van de Groningse plannen, zei ze. Tegelijkertijd bleef ze die plannen verdedigen.
Studenten zijn sponzen
Over problemen met de academische vrijheid zei ze dat het “wenselijk en nodig kan zijn om aanvullende afspraken te maken” over de wijze waarop die geborgd zal worden. Die afspraken “zal ik beoordelen bij de aanvraag”.
Het valt volgens haar best mee met de academische vrijheid in China. Ze heeft er zelf ooit lesgegeven. “Ik heb de studenten als sponzen ervaren. Ik ben er herhaaldelijk geweest, en het is mijn ervaring dat er een heel zelfbewuste jonge generatie is die zich echt niet zomaar meer in een marxistische dwangbuis laat voegen.”
Kwart in Nederland
Bussemaker meent dat er niets nieuws onder de zon is: “Ik weet niet of bekend is hoeveel universitaire opleidingen en hogeschoolopleidingen al contacten hebben in China en reeds samenwerken met China, overigens ook op mbo-niveau?”
Kamerlid Rik Grashoff van GroenLinks draaide dat argument om: wat voegt dit wetsvoorstel eigenlijk toe als samenwerking nu al mogelijk is? Je kunt allang opleidingen in het buitenland verzorgen, zolang de studenten minstens een kwart van hun opleiding in Nederland volgen.
Niet voorbij laten gaan
“Je vergroot wellicht je zichtbaarheid door je niet alleen in Nederland maar ook elders te profileren met opleidingen waarin je uniek bent”, antwoordde Bussemaker. “Vandaaruit kun je ook je netwerken versterken.”
Eigenlijk heeft Nederland helemaal geen keuze, aldus de minister. De universiteit van Oxford wil misschien een campus in Parijs openen en zo zijn er meer voorbeelden. “Het gebeurt gewoon allemaal. De vraag is dus: willen wij daar ook een positie in krijgen? Of zeggen wij: laat vooral anderen dat maar doen en laat deze beker aan ons voorbijgaan? Dat laatste wil ik niet.”
In het debat werd overigens al snel duidelijk dat VVD en PvdA het wetsvoorstel van de minister steunen.