Veruit de meeste kandidaat-Kamerleden hebben aan een universiteit gestudeerd en twaalf zijn er gepromoveerd. Nog eens vijftig hebben een hbo-diploma op zak, blijkt uit een inventarisatie.
Het Montesquieu Instituut en het Parlementair Documentatie Centrum namen 166 verkiesbare politici onder de loep die een redelijke kans maken op een zetel in de Tweede Kamer. Van deze parlementariërs in spe hebben er 128 aan een Nederlandse universiteit gestudeerd.
13 mbo’ers
Vijftig Kamerleden volgden een hbo-studie, waarvan sommigen daarna naar de universiteit gingen. Slechts dertien hebben een mbo-opleiding gevolgd.
Bijna één op de vier kandidaten voor de Tweede Kamer studeerde aan een Amsterdamse universiteit: 25 aan de Universiteit van Amsterdam en 14 aan de Vrije Universiteit. Zeventien kozen voor de Erasmus Universiteit Rotterdam en nog eens zeventien voor Groningen. Ook de universiteiten van Leiden (15) en Utrecht (14) waren populair.
Foutjes
Tenminste, als de tellingen helemaal kloppen. De onderzoekers hebben de informatie met behulp van software boven water gehaald en dus kunnen er foutjes insluipen.
Zo melden ze dat er maar twee ingenieurs (ir) op de kieslijsten staan, die hun diploma beiden in Eindhoven behaalden. Maar bijvoorbeeld Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën en nummer drie van de PvdA, is ook ingenieur: hij studeerde agrarische economie in Wageningen.
Weinig bèta’s
Op de lijsten staan veel juristen, politicologen, economen en bestuurskundigen. Er zijn beduidend minder bèta’s in de race voor een zetel: de onderzoekers tellen er negen. Die zullen bovendien niet allemaal verkozen worden.
Huisarts Marith Volp bijvoorbeeld is nummer veertien van de PvdA, terwijl die partij wellicht minder zetels gaat behalen. Ook bioloog Frank Wassenberg, nummer vier van de Partij voor de Dieren, moet hopen op een goede uitslag.