De Amsterdamse universiteiten verergeren de woningnood onder studenten door het aantal buitenlandse studenten fors te verhogen, vindt SP-wethouder Laurens Ivens.
U vindt dat er minder buitenlandse studenten naar Amsterdam moeten komen?
“Ik ben niet tegen internationale studenten. Nationaliteit maakt me geen moer uit. Waar het mij om gaat is dat als je studenten werft, je een eerlijk verhaal moet vertellen. Ze hebben meer nodig dan alleen een goede opleiding. Dus ook huisvesting. Amsterdam heeft nu eenmaal een moeilijke woningmarkt. Maak dat ook duidelijk. Aspirant-studenten moeten dan de afweging maken op grond van studie, stad en woningmarkt. Nationale studenten kunnen ervoor kiezen om nog even thuis te blijven wonen. Buitenlandse studenten niet, en ze hebben meestal ook geen goed netwerk om tijdelijk onderdak te vinden. Zonder goede opvang zijn die overgeleverd aan huisjesmelkers.”
Dus er moeten gewoon meer kamers komen?
“Toen ik in 2014 wethouder werd, zeiden de universiteiten en hogescholen dat er de komende vier jaar 8.000 extra studenteneenheden nodig waren. Dat aantal gaan we halen.Er zijn nog nooit zoveel studentenkamers in de stad geweest als nu. Toch wordt nu gezegd dat Amsterdam een tekort heeft van 12.000 kamers. ‘Er zijn nog nooit zoveel studentenkamers in Amsterdam geweest’Hoe kan dat? Hoe zit het dan met de meerjarenprognoses? Dit voorjaar kreeg ik te horen dat er nu extra veel internationale studenten naar de stad komen. Ik kan niet in een paar maanden tijd honderden nieuwe studentenkamers uit de grond stampen. Ik wil samen met de onderwijsinstellingen en studentenhuisvesters een goed meerjarenplan maken. En in de toekomst weer bouwen. Maar universiteiten moeten niet alleen aan hun eigen belang denken en ongebreideld studenten werven om zo meer geld binnen te halen. Ze moeten ook meewegen wat de gevolgen voor de stad zijn. En voor de studenten die hier komen.”
Universiteiten zeggen dat studentenhuisvesting op de woonagenda tot 2025 er bekaaid vanaf komt.
“Dat verbaast me. Er loopt nu een actieplan tot en met 2018 om die 8.000 extra eenheden te realiseren. In de woonagenda stelde ik dat er een vervolg op dat actieplan moet komen. Maar voorjaar 2018 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De invulling van dat plan is aan het volgende gemeentebestuur. Dus studenten, stem op de goede partijen.”
De betaalbaarheid van kamers is ook een groot probleem. Wat gaat u daaraan doen?
“We halen inderdaad niet de afgesproken norm van zestig procent nieuwe kamers onder de 414 euro. Als wethouder heb ik niet altijd de macht om vooraf huurprijzen vast te leggen. Zeker niet bij projecten van particuliere beleggers. Daarom wil ik vooral met woningcorporaties in zee gaan. In de woonagenda staat dat op bouwgrond die de gemeente uitgeeft veertig procent van de woningen in de sociale huursector moet vallen. Dat is nu dertig procent en op sommige locaties zelfs lager. Dat kunnen studentenwoningen zijn. Bovendien gaat die norm ook gelden voor tranformatieprojecten, zoals het ombouwen van kantoren naar woningen. Om die veertig procent sociale huur te halen is het voor investeerders aantrekkelijk om ook studenteneenheden te realiseren. Daarvan kun je er per vierkante meter tenslotte meer kwijt dan grotere woningen. En dus ook een redelijk rendement halen.”
Moeten buitenlandse studenten in de regio gaan wonen?
“Toen ik twintig jaar geleden aan de UvA ging studeren, kreeg ik een kamer op Uilenstede. Veel medestudenten vonden dat ontzettend ver weg. Maar ik heb er een geweldige tijd gehad. Ik denk dat veel studenten nu ook tevreden wonen in Diemen, Zuidoost, Noord en Nieuw-West. We moeten zeker in de regio kijken, maar dan voor álle groepen woningzoekenden. Ook voor middenhuurders en rijke zakenlieden. Anders dreigt Amsterdam er alleen nog maar te zijn voor de echt welvarenden. We willen juist een ongedeelde stad. Het motto van dit stadsbestuur is: Amsterdam is er voor iedereen. En dat wil ik graag zo houden.”