De vervoersbedrijven braken een belofte – en daar zijn ze rijkelijk voor beloond. Ze maken tientallen miljoenen euro’s winst op boetes voor studenten die hun reisrecht vergeten stop te zetten. Hoe kon dat gebeuren?
Jaarlijks vergeten duizenden studenten hun studentenreisproduct stop te zetten als ze er geen recht meer op hebben. Samen betalen ze tientallen miljoenen aan boetes. Het record is 52,6 miljoen euro in 2014.
Die boetes zijn critici een doorn in het oog. Waarom kan dat reisrecht niet automatisch worden stopgezet? Vervoersbedrijven hadden ooit beloofd dat dit zou kunnen, blijkt uit documenten die het Hoger Onderwijs Persbureau bij het ministerie van Onderwijs (OCW) heeft opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur.
Onterecht kaartbezit
Nog geen tien jaar geleden begint het verhaal. De papieren kaartjes voor trein, bus en metro gaan verdwijnen en er komt een moderne ov-chipkaart voor in de plaats. Dus ook de papieren ov-studentenkaart moet eraan geloven.
Dat is eigenlijk goed nieuws voor studenten: ze hoeven nooit meer een boete te betalen als ze hun ov-studentenkaart te laat inleveren bij het postkantoor. Hun chipkaart zal gewoon op afstand worden geblokkeerd en klaar is Kees. “We voorkomen nu een groot deel van de vorderingen wegens onterecht kaartbezit”, schrijft een ambtenaar in een notitie.
Ov-bedrijven kaatsen de bal naar OCW
De vervoersbedrijven kijken er anders tegenaan. Ze maken helemaal geen winst op de boetes, zegt voorzitter Gosse Veenstra van hun gezamenlijke stuurgroep voor de studentenkaart. Sterker nog, hij suggereert dat juist het ministerie van OCW baat heeft bij de boetes.
Want de boetes zouden de ov-studentenkaart goedkoper maken. “Er is door vervoerders een schatting gemaakt van de opbrengsten en daarmee is rekening gehouden in de vaststelling van de contractkosten van OCW.”
Daar zit misschien iets in. “Het is goed mogelijk dat de vervoerders zelf rekening houden met een bepaald bedrag aan boete-inkomsten”, reageert het ministerie. “En dat ze met die inschatting de onderhandelingen met OCW ingegaan zijn en hebben ingestemd met het totale pakket aan afspraken in het contract tussen OCW en ov.”
Maar de boetes komen niet rechtstreeks ten goede aan de schatkist. Als studenten in een jaar bijvoorbeeld veertig miljoen euro boete betalen (zoals in 2016), dan is de studentenkaart dat jaar niet zomaar veertig miljoen euro goedkoper. Anders kon OCW de boetes net zo goed zelf houden. Maar ze worden doorgegeven aan de vervoersbedrijven.
“Misbruik door oneigenlijk gebruik van het studentenreisrecht kost veel geld”, stelt Veenstra. “Het is in het belang van de studenten én van de ov-bedrijven dat het aanvragen en beëindigen van het studentenreisrecht zo eenvoudig en foutvrij mogelijk is.”
Hij wijst erop dat er ruim 2.200 ov-automaten zijn waarmee studenten het ‘reisproduct’ van de kaart kunnen halen, terwijl er destijds circa zevenhonderd postkantoren waren. De studenten kunnen het reisproduct dus op veel meer plaatsen ophalen en beëindigen. “De verwachting was dat het hierdoor voor studenten eenvoudiger zou worden.”
Te grote blacklist
Maar bij nader inzien hebben de vervoersbedrijven een probleem, laten ze het ministerie eind 2009 weten. De techniek laat het afweten. Het gaat niet lukken. Er moet een andere oplossing worden bedacht.
Dat zit zo. De vervoersbedrijven waren oorspronkelijk van plan om verlopen ov-kaarten van studenten op een soort zwarte lijst te zetten, zodat ze niet meer konden inchecken. Maar er zijn honderdduizenden studenten in Nederland en zoveel kaarten kunnen er niet op de blacklist staan, is het nieuwe standpunt. Dat kan het systeem niet aan.
In de verleiding
De vervoersbedrijven vragen het ministerie om hulp. Ze willen dat studenten verplicht worden om hun reisproduct eigenhandig van de kaart te halen. Wie het niet doet, moet een boete krijgen. Anders kunnen (oud-)studenten gewoon gratis blijven reizen en lopen de ov-bedrijven veel geld mis.
“Is wel een extra handeling voor de student…”, waarschuwt iemand binnen het ministerie al in 2009, compleet met omineuze puntjes. Maar het ministerie is gevoelig voor het schrikbeeld dat jongeren massaal hun reisproduct op hun kaart laten staan. “Ook voor OCW is dit niet goed”, redeneert een ambtenaar in mei 2010, “want het beeld kan zo ontstaan dat studenten ‘verleid’ worden tot onterecht ‘kaartbezit’.” Het ligt volgens de ambtenaar “in de rede dat OCW met het ov meedenkt”.
Het duurt ‘onaanvaardbaar lang’
De invoering van de ov-chipkaart gaat toch al beroerd. In 2011 hacken studenten en wetenschappers de kaart om te laten zien hoe kwetsbaar de techniek is. Behoorlijk veel studenten ontvangen de kaart niet eens, of veel te laat, en soms is de chipkaart defect. Daarom mogen ze voorlopig ook nog met hun oude ov-kaart reizen.
Wanneer worden studenten verplicht om hun nieuwe chipkaart te gebruiken? Keer op keer wordt de landelijke invoerdatum vooruitgeschoven. Het systeem dreigt overbelast te raken als alle studenten hun kaart in dezelfde periode activeren en de rijen bij de NS-automaten zijn volgens toenmalig onderwijsminister Ronald Plasterk toch al ‘onaanvaardbaar lang’ door technische problemen. Dat was in 2010.
Eigen verantwoordelijkheid
Politiek en vervoersbedrijven krijgen er grijze haren van. Ze hebben te veel aan hun hoofd, lijkt het wel. Ze willen geen gedoe over de beëindiging van de ov-studentenkaart. In 2011 besluit het ministerie te doen wat de vervoersbedrijven vragen: studenten krijgen zelf de verantwoordelijkheid voor het stopzetten van hun studentenreisproduct.
De nieuwe regels vallen best te verdedigen, is de afweging bij OCW. Vroeger moest je de kaart inleveren bij het postkantoor, en dat vond niemand vreemd. Nu moeten studenten even naar een NS-automaat: is dat dan zo erg? Bovendien moesten ze hun reisproduct ooit bij zo’n automaat activeren, dus waarom zouden ze het daar niet ook kunnen beëindigen?
De ‘boetelawine’
Toch willen de betrokkenen liever geen media-aandacht voor de heikele kwesties rond het stopzetten. Zo brengen ze niet naar buiten dat verlopen ov-chipkaarten van studenten na een jaar alsnog op de blacklist komen. “Over de termijn wordt niet extern gecommuniceerd”, staat in afspraken.
Als het systeem eenmaal loopt, blijken studenten massaal te vergeten om hun reisrecht stop te zetten zodra dat nodig is. In de pers verschijnen alarmerende berichten, staat in een overleg tussen de ov-bedrijven en het ministerie in het najaar van 2013. Er wordt zelfs gesproken van een ‘boetelawine’.
Blacklist is een sluitstuk
Maar, heel gek, de vervoersbedrijven lijken geen haast te hebben om een einde te maken aan de boetes. Ze zien de blacklist als een ‘sluitstuk’, zeggen ze in een periodiek overleg. OCW moet eerst kijken naar hogere boetes en betere communicatie. Maar de ambtenaren maken zich zorgen om alle media-aandacht. Als je de boetes verhoogt, gaat het totale boetebedrag ook omhoog “zodat persberichten niet minder zullen worden”.
En daar blijft het bij. Anderhalf jaar later is er nog niets veranderd en het groeiende bedrag aan openstaande boetes baart het ministerie van OCW zorgen. OCW heeft een voorzet gedaan voor een oplossing, staat in een verslag van een overleg in februari 2015, maar daar hebben de ov-bedrijven niet eens op gereageerd.
Calculerend gedrag
Waarom zouden ze ook? De groeiende berg boetes zou “geen zorg van OCW moeten zijn”, is hun opvatting. Want wat heeft OCW er nu eigenlijk mee te maken? “Het gaat om een relatie tussen (oud-)studenten en de ov-bedrijven.”
Sterker nog, de minister zou de ov-bedrijven moeten helpen door de boetes te verhogen, vinden ze, “want fraude kan niet”. “Vorderingen zouden zo lang moeten lopen als het reisproduct in bezit is. Er ligt calculerend gedrag aan ten grondslag. Hogere boetes zouden dit tegengaan.”
Met ‘calculerend gedrag’ bedoelen de vervoerders dat de boete voor sommige reizigers nog altijd goedkoper is dan een echt abonnement. Dat zou de verklaring zijn voor het groepje dat zijn reisproduct zelfs na een jaar nog niet heeft verwijderd van zijn ov-chipkaart.
Te goeder trouw
En jawel, in het najaar van 2015 stelt het ministerie daadwerkelijk voor om de boetes flink te verhogen: van 97 euro naar 150 euro per halve maand. Maar de Tweede Kamer ligt dwars. Maak van de boete geen melkkoe, zeggen de parlementariërs. Zorg eerst maar eens dat de communicatie over de boetes beter wordt. En is er echt geen technische oplossing mogelijk?
Minister Bussemaker keert een paar maanden later op haar schreden terug. “De goeden mogen niet onder de kwaden lijden”, stelt ze. “De overgrote meerderheid van de net afgestudeerden handelt te goeder trouw, en is hooguit wat laks.”
Het blijft lapwerk
De vervoersbedrijven blijven erbij: een technische oplossing is er gewoon niet, ook al zien deskundigen heus wel mogelijkheden. De Tweede Kamer dient allerlei moties in. De boetes moeten de eerste twee maanden omlaag en dan omhoog. En waarom krijgen studenten zelfs een boete als ze hun kaart helemaal niet gebruiken? Doe daar iets aan, en maak ook de voorlichting beter. Vanaf 2018 moet het zover zijn.
Maar het blijft lapwerk. Eigenlijk wil iedereen – behalve de ov-bedrijven – dat het reisrecht gewoon automatisch van die chipkaarten verdwijnt. Momenteel loopt er in opdracht van OCW een onderzoek naar de mogelijkheden. Dit najaar wordt het openbaar. Vermoedelijk houden de ov-bedrijven vol dat de techniek nog niet zover is.
Boetes afschaffen?
Misschien hebben de vervoersbedrijven echt een probleem met de blacklist. Maar dat lijkt ze dan eigenlijk wel goed uit te komen. Ze hebben er tientallen miljoenen aan verdiend en dat kan nog jaren doorgaan – als de politiek er niets aan doet.
Wat kan de (nieuwe) minister doen? De meest radicale oplossing is de boetes helemaal afschaffen. Dan moet het openbaar vervoer als de wiedeweerga zorgen dat de systemen worden verbeterd, anders kost het geld.
Maatwerk
Een minder radicale optie is om (oud-)studenten alleen boetes te geven voor de ritten die ze daadwerkelijk maken met hun verlopen ‘reisproduct’. De ov-bedrijven wilden toch zo graag dat studenten gingen in- en uitchecken? Toon nu maar eens de voordelen aan. Als je precies kunt zien welke ritten studenten hebben gemaakt, dan kun je ook hun boetes aanpassen. En zijn politici niet dol op maatwerk?