Als het aan de VVD ligt, komt er geen nieuwe basisbeurs in het hoger onderwijs. In haar conceptverkiezingsprogramma pleit de partij voor het behoud van het leenstelsel.
Vier partijen steunden het schrappen van de basisbeurs in 2015. Dat waren de toenmalige regeringspartijen VVD en PvdA samen met oppositiepartijen D66 en GroenLinks. Drie van de vier hebben inmiddels een draai gemaakt.
Maar de VVD niet, blijkt uit het conceptverkiezingsprogramma. Met het sociaal leenstelsel en de aanvullende beurs blijft het hoger onderwijs volgens de liberalen “laagdrempelig én toegankelijk voor iedereen”.
Eerlijk terugbetalen
Als een opleiding tot een hoger inkomen leidt, betaal je een “eerlijk aandeel” van de kosten terug, aldus het programma. “Daarom lost een oud-student de lening af naar draagkracht en blijven de rentepercentages laag.”
De opbrengst van het sociaal leenstelsel gaat naar verbetering van het onderwijs. “De besteding van het geld moet voor studenten eenvoudiger controleerbaar zijn”, vindt de partij. “Die terugsluis wordt simpel en transparant vormgegeven zodat studenten zicht hebben op wat er met het geld gebeurt.”
Lager collegegeld
Verder wil de VVD een lager collegegeld voor opleidingen “die mensen klaarstomen voor een sector waarin tekorten op de arbeidsmarkt bestaan”. Denk aan opleidingen in de zorg, het onderwijs en de techniek. Techniekopleidingen zouden sowieso meer overheidsfinanciering moeten krijgen, meent de partij. Daarnaast pleiten de liberalen voor kwaliteitsbekostiging: ze willen meer financiering voor “excellente opleidingen en onderzoek”.
Persoonlijk potje
Ze willen ook een experiment met een ‘persoonlijk studietegoed’, oftewel leerrechten – een stokpaardje dat Mark Rutte in zijn tijd als staatssecretaris van hoger onderwijs al bereed. Studenten mogen de overheidsbekostiging dan zelf ‘meenemen’ naar de opleiding van hun keuze, ook aan private onderwijsinstellingen. Dus als de student switcht, gaat het overheidsgeld mee.
De verkiezingen zijn in maart. In de huidige peilingen is de VVD met afstand de grootste partij. Andere partijen pleiten voor het invoeren van een nieuwe studiebeurs, maar ze zullen vermoedelijk een compromis moeten sluiten met een partij die daar niets in ziet.