Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
22 november 2024

Campus
& Cultuur

Scène uit het toneel van Het Acteursgenootschap

#Metoo-theater in de VU: iedereen weet wel waar de grens ligt

Een kort theaterstuk van theatergroep Het Acteursgenootschap in het kader van #Metoo, afgelopen dinsdag in het VU-hoofdgebouw, maakte heftige emoties los bij de toeschouwers.

In het stuk, ‘#MeTooAcademia: The learning Curve’, neemt een hoogleraar een promovendus onder zijn hoede, bij wie hij zich steeds meer vrijheden veroorlooft. In het begin kijkt hij over haar schouder naar haar computerscherm en vraagt hij of ze met haar vriend appt, al snel levert hij commentaar op haar lichaam en adviseert hij haar zich vrouwelijker te kleden, uiteindelijk randt hij haar aan in zijn kantoor. Ze schudt hem af, valt bij hem in ongenade en na een lange tijd van innerlijke verscheurdheid stapt ze naar het hoofd van haar afdeling. Die laat zich aanvankelijk afschrikken door de macht en invloed van de hoogleraar, maar kiest tenslotte de kant van de promovendus.

Carrière gefnuikt

Het Auditorium, waar het stuk werd opgevoerd, zat vol. Het leeuwendeel van het publiek bestond uit vrouwen. Een aantal van hen, wellicht getriggerd door de adembenemende gebeurtenissen op het podium, had zelf schokkende verhalen te vertellen. Twee vrouwen verloren hun baan, nadat ze hadden geklaagd over intimidatie. Een derde vrouw zag haar academische carrière gefnuikt nadat ze werd weggezet als oproerkraaier omdat ze had geklaagd. Er was ook een man met een dergelijk verhaal.

De seksuele intimidatie in het toneelstuk was een extreem geval, zei Sandjai Bhulai, centrale vertrouwenspersoon van de VU en hoogleraar Business Analytics aan het begin van een debat tussen het publiek en een panel op het podium, met behalve Bhulai ook Renée-Andrée Koornstra, directeur van HRMAM (HRM, Arbo en Milieu), die de verhinderde collegevoorzitter Mirjam van Praag verving, en chief diversity officer Karen van Oudenhoven, tevens decaan Sociale Wetenschappen. Koornstra benadrukte dat het leeuwendeel van de seksuele intimidatie ‘grensgebieden’ betreft, gevallen waarbij niet iedereen direct in de gaten heeft dat er wat aan de hand is, degene die zich schuldig maakt in elk geval als laatste.

Toch was het desgevraagd voor vrijwel iedereen in de zaal meteen heel erg duidelijk wanneer de hoogleraar in het stuk grenzen begon te overschrijden. Dat was meteen in het begin al, toen hij naar het scherm van zijn promovendus stond te loeren, en zat te hengelen of ze een vriend had. Iedereen weet precies waar de grens ligt, in welke situatie je zoiets wel kunt doen en wanneer niet.

Vertrouwenspersonen

Het probleem lijkt dus vooral bij de afhandeling van dergelijke gevallen te liggen. Op dat gebied heeft de VU slagen gemaakt, onder andere door meer vertrouwenspersonen aan te stellen en er bij de verschillende faculteiten op aan te dringen meer aan bewustwording te doen. Er was, beaamde één van de geïntimideerde vrouwen, sinds de aanstelling van het huidige college van bestuur een sprong vooruit gemaakt van minstens tien jaar.

Toch stelde het panel zich af en toe wat institutioneel op. Toen iemand zei dat haar verschillende gevallen bekend waren waarin mensen onder druk een verklaring van geheimhouding hadden moeten ondertekenen, zei Koornstra dat haar zulke gevallen niet bekend waren (maar er wel van zou willen weten). Het besef dat in een organisatie, waarbinnen sommigen de carrières en reputaties van anderen kunnen maken en breken, een strakke klachtenprocedure niet per se betekent dat iedereen zich veilig voelt die ook keurig te bewandelen, lijkt niet altijd even goed te zijn ingedaald. Ook Advalvas zijn gevallen bekend waarbij mensen precies weten welke stappen ze te zetten hebben, maar dat niet durven vanwege de enorme druk uit hun directe omgeving. Om die reden willen ze ook niet in de openbaarheid treden, zelfs niet anoniem.

Reputatieschade

Het eerste waar het hoofd van de afdeling in het knappe toneelstuk zich druk om maakt, is wat de reputatieschade voor haar afdeling zal zijn als de pers er lucht van krijgt. Het weerhoudt haar er aanvankelijk van om daadwerkelijk op te treden tegen de hoogleraar. Aan het eind gebruikt ze het risico op reputatieschade juist als pressiemiddel om háár leidinggevenden te bewegen om disciplinaire maatregelen te nemen.

De moraal van het verhaal: je reputatie is er meer bij gebaat als je daders aanpakt dan als je ze in bescherming neemt om je reputatie niet te schaden.

 

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.