Een ramp, een drama, het einde is nog lang niet in zicht, we kunnen niet zo doorgaan, bestaat de VU straks überhaupt nog wel? De coronacrisis eist ook in de medezeggenschap haar tol, waar ondernemingsraadsleden zich eergisteren in een vergadering overgaven aan doemdenken en radeloosheid.
De aftrap werd gegeven door or-lid Ida Sabelis, die zich zorgen maakt om vereenzamende studenten en verpieterende medewerkers, eenzaam thuis achter hun laptop. Werk thuis, behalve als het echt niet anders kan, zegt de VU. Maar veel studenten en medewerkers vinden dat verschrikkelijk. “Als het ondersteunende personeel thuis moet blijven, geef je docenten die wel op de campus college moeten geven, het gevoel dat ondersteuning blijkbaar niet nodig is”, aldus Sabelis.
Wat bedoelde or-voorzitter Henk Olijhoek nu precies toen hij zei dat dat het de vraag is of de VU überhaupt kan blijven bestaan? “Heb ik dat zo gezegd?” reageert hij aan de telefoon. “Ach ja, het was in het vuur van de discussie. Ik bedoelde te zeggen dat we als onderwijsinstelling mogelijk niet in dezelfde vorm kunnen doorgaan, zeker niet als de crisis nog een paar jaar voortduurt. Dus moet je nadenken over de manier van onderwijs geven, het vastgoedbeleid en dergelijke.”
Natuurlijk moet de VU zich de vraag, hoe ze er over vier jaar uit zal zien, altijd stellen, ook zonder corona, beaamt Olijhoek. “Maar dat kun je aan de hand van ontwikkelingen redelijk voorspellen. De situatie is nu veel onzekerder, dus daarom moeten we er op een andere manier over nadenken.”
Kimberly van den Ouden van de universitaire studentenraad meldde dat de VU wel actie ondernam om vereenzamende studenten te bereiken maar dat dit niet altijd goed ging omdat bijvoorbeeld de software die daarvoor wordt gebruikt hapert.
Fysiek ontmoeten
Eerder tijdens de vergadering werd er door de or en de usr gezocht naar een manier om, met inachtneming van de coronaregels, elkaar toch fysiek te ontmoeten, waar bij veel leden duidelijk behoefte aan is. Kennelijk gefrustreerd door de beperkte mogelijkheden leken veel or-leden te zijn overmand door een zekere somberheid.
Sabelis pleitte ervoor om te zoeken naar mogelijkheden om medewerkers de kans te geven om, al is het maar een dag per week, op de campus te zijn. “Zodat ze niet helemaal het gevoel kwijtraken dat ze aan de VU werken.” Er zijn volgens haar manieren. “Er is veel ruimte op de campus, dat moet te regelen zijn.”
OR-voorzitter Henk Olijhoek, kennelijk niet onder de indruk van de berichten over een werkend vaccin, dat mogelijk medio december al beschikbaar zou zijn, suggereerde dat het nog wel drie of vier jaar zou kunnen duren voor het virus is verdwenen. “Hoe gaan we dat dan doen?” vroeg hij zich vertwijfeld af. “We ontkomen er niet aan om de nare vraag te stellen of we, als onderwijsinstelling, überhaupt kunnen blijven bestaan.”
Daarop leek de wanhoop zich van de medezeggenschap meester te maken. “Het einde is nog lang niet in zicht!” riep or-lid Razi Quadir. “We volgen netjes de richtlijnen van het kabinet, maar zien de situatie alleen maar erger worden!” OR-lid Sabine Go liet weten “op tilt geslagen” te zijn door het gedoe met proctoring, de digitale surveillance tijdens online tentamens. “Het is een drama!” riep ze. “Het frauderen loopt ook uit de hand, dat is óók een drama! Wat is dan straks een VU-diploma nog waard?!”
Halleluja-verhalen
Quadir kreeg toen echt de geest en hekelde “de halleluja-verhalen” van VU-bestuurder Marcel Nollen (niet bij de vergadering aanwezig) over proctoring, die volgens Quadir niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. “Het is een ramp!” riep hij. “Het is een drama!”
Temidden van dit wellustige gewentel in coronapessimisme was or-lid Johan Wempe bijna een baken van optimisme, door te stellen dat “we onszelf als organisatie opnieuw moeten uitvinden.”
“We moeten experimenteren, zoeken naar lokale activiteiten, en de bouwplannen van de VU, daar moeten we echt even anders over gaan nadenken”, aldus Wempe. “Quick-fixes helpen nu niet”, aldus Sabelis.
“Tot nu toe was de tendens dat we steeds kleine stapjes terug naar de oude situatie maken”, observeerde Olijhoek. “Maar het is nu wel duidelijk dat dit niet haalbaar is. Het college van bestuur zal scenario’s moeten verzinnen voor de komende twee of drie jaar.” OR-lid Trudie van Kampen was het daarmee eens. “Maar laten we niet op het college van bestuur wachten, maar zelf wat doen.”