Steeds meer partijen lanceren plannen voor een nieuwe studiebeurs. Maar het is afwachten wat daarvan terecht komt: de overeenkomsten zijn klein en er lijkt vooral nog veel níet bekend.
Het wordt een belangrijke vraag in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen: wat willen de partijen nu eigenlijk met het leenstelsel doen? Sinds het afschaffen van de basisbeurs in 2015 steken studenten zich steeds dieper in de schulden om een diploma te behalen. Daar wil een ruime Kamermeerderheid nu weer vanaf.
De vraag is hoe het dan verder moet met de studiefinanciering. De VVD is nog altijd veruit de grootste partij in de peilingen en lijkt het leenstelsel (als enige) nog te steunen. Maar wie weet: de liberalen moeten hun conceptverkiezingsprogramma nog bekendmaken. Dat geldt ook voor het CDA, al is deze regeringspartij altijd faliekant tegen het leenstelsel geweest.
Coalitiepartners D66 en ChristenUnie hebben, net als oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SP, al wel laten weten dat zij een nieuwe studiebeurs willen. Maar daar houden de overeenkomsten wel zo’n beetje op.
Geen bedrag
Neem bijvoorbeeld de hoogte van de studietoelage. D66 en GroenLinks stellen maximaal 400 euro per maand voor, terwijl ChristenUnie pleit voor 500 euro voor uitwonende studenten en 300 euro voor thuiswonenden. PvdA en SP noemen nog helemaal geen bedrag.
En hoeveel mogen de ouders van studenten die onder deze nieuwe regeling vallen maximaal verdienen? Als het aan D66 ligt, hebben alle studenten van wie de ouders tot 70.000 euro per jaar verdienen recht op een beurs. GroenLinks wil de beurs beschikbaar stellen voor studenten uit gezinnen met een inkomen tot 100.000 euro per jaar.
Eigen huishouden
Voor regeringspartij ChristenUnie staat de studietoelage voor uitwonende studenten juist volledig los van het inkomen van de ouders, aangezien je als uitwonende student “toch zelfstandig je eigen huishouden runt”. Dat schrijft Kamerlid en onderwijswoordvoerder Eppo Bruins in een blog. Voor thuiswonende studenten is dat dan weer anders, maar bedragen noemt de partij niet. Zelf mag de student tot 20.000 euro verdienen, daarna gaat de toelage stapsgewijs omlaag.
Wat de SP betreft, krijgen “alle studenten” voortaan een studiebeurs. De socialisten zijn wel de enigen die in hun plan de aanvullende beurs benoemen: die komt beschikbaar voor “jongeren uit gezinnen met een lager inkomen”.
Ook het studentenreisproduct valt onder de studiefinanciering. Blijft dat recht met een nieuwe studiebeurs behouden? Waarschijnlijk wel, maar alleen D66 meldt het expliciet.
En de rekening?
Veel staat er dus nog niet vast, maar als deze partijen hun zin krijgen, zullen er straks hoe dan ook weer honderden miljoenen euro’s aan studietoelages worden uitgedeeld. Maar waar moet dat geld vandaan komen? Ook dat is vooralsnog niet helemaal duidelijk.
Het plan van de ChristenUnie is onderdeel van een “uitgebreid voorstel tot hervorming van het belastingstelsel, dat later deze maand verschijnt”, laat de partij weten in een persbericht. Wie betaalt de rekening als het aan GroenLinks ligt? “De superrijken, de renteniers en de grote bedrijven”, aldus de partij, die deze groepen zwaarder wil belasten.
Andere mogelijkheden zijn bijvoorbeeld het verhogen van de rente op studieschulden of het verhogen van het collegegeld. Of er gaat minder geld naar het hoger onderwijs.
Compensatie
Tot slot vindt een Kamermeerderheid dat studenten die nu onder het leenstelsel vallen enige compensatie moeten krijgen. Ook daar zal dus op den duur een extra potje voor moeten komen.