Het is niet de bedoeling dat universiteiten en hogescholen buitenlandse studenten alleen maar gebruiken om hun financiën op peil te houden, zegt minister Van Engelshoven. Ze gaat de financiering van het hoger onderwijs daarop aanpassen.
Dat bleek gisteren in een debat met de Tweede Kamer. Van Engelshoven had al eerder gezegd dat Engelstalig onderwijs een meerwaarde moet hebben en niet alleen bedoeld mag zijn om buitenlandse studenten te werven. Maar zo stellig als gisteren klonk ze niet eerder.
“In de bekostigingssystematiek zitten belangrijke drijfveren om zoveel mogelijk studenten te houden, want je aandeel uit de koek blijft dan hetzelfde”, zei ze tegen de Kamerleden. Ze wil dit mechanisme eruit halen, “waarvan we met z’n allen wel proeven: dat vinden we niet heel gezond”.
Taalkeuze uitleggen
Het viel in de Tweede Kamer in goede aarde. Ook haar uitleg over het strengere toezicht op Engels in het hoger onderwijs konden de Kamerleden wel waarderen: in de zesjaarlijkse keuring van de onderwijskwaliteit (accreditatie) moeten Engelstalige opleidingen voortaan de keuze voor hun voertaal uitleggen.
Alleen de VVD aarzelde daar even over. De regels moeten niet veranderen tijdens het spel, zei Kamerlid Judith Tielen. De accreditatie levert toch al veel werkdruk op en het moet natuurlijk niet onwerkbaar worden.
Minister verdedigen
Maar oppositiepartij SP viel de minister bij. “Ik ben niet gewend om het beleid van de minister te verdedigen”, zei Kamerlid Futselaar, “maar als je niet in staat bent om relatief gemakkelijk te beargumenteren waarom je opleiding in het Engels is, dan moet je je serieus afvragen waar je mee bezig bent. Dat zeg ik als iemand die accreditaties heeft moeten doen.” Hij is voormalig hbo-docent.
De minister zegde verder toe dat ze tempo maakt met de modernisering van het wetsartikel op de voertaal in het hoger onderwijs. De wetswijziging moet op 1 maart 2020 van kracht zijn, is het voornemen.
Meebeslissen
Onder meer het CDA wilde weten wat ze van plan is. “Om Nederland staat geen hek en dat moeten we zo houden”, zei Kamerlid Harry van der Molen, “maar waar gemakzuchtig geïnternationaliseerd wordt, daar moet de rem op.” Wat hem betreft is de grens allang overschreden bij de verengelsing van het hoger onderwijs.
De minister kon hem geruststellen. In haar wetsvoorstel blijft de Nederlandse taal het uitgangspunt, beloofde ze, want ze wil het Nederlands als onderwijs- en wetenschapstaal beschermen. Mocht een opleiding toch willen overstappen op het Engels, dan moet de medezeggenschap daarover meebeslissen.
Kort geding
En hoe komt het dat sommige journalisten haar voorstel voor ‘modernisering’ van de wet anders interpreteerden en juist dachten dat ze Engelstalig onderwijs meer ruimte wilde bieden? Journalisten hebben soms moeite met nuance, stelde ze.
Over de rechtszaak van de vereniging Beter Onderwijs Nederland tegen Maastricht University en de Universiteit Twente zei ze niets. De vereniging baseert zich op de huidige wet, die stelt dat onderwijs alleen bij uitzondering Engelstalig mag zijn, en eist in een kort geding een moratorium op verdere verengelsing van het onderwijs. De aangekondigde wetswijziging lijkt mede een antwoord op zulke juridische aanvallen.
Taalexcessen
Overigens doet de Onderwijsinspectie dit jaar onderzoek naar het taalbeleid in het hoger onderwijs: bij “eventuele excessen” zullen de inspecteurs ingrijpen, beloofde Van Engelshoven, al zei ze er niet bij wat dan precies een exces is. In het najaar krijgt de Tweede Kamer de bevindingen en dan zullen de fracties er vermoedelijk opnieuw over spreken.