Dit studiejaar schreef zich bijna 19 procent meer eerstejaars in voor een VU-bachelor dan in 2017, in totaal 5.949. Rector Vinod Subramaniam reageert positief op de definitieve inschrijvingscijfers,die 1 februari werden bekendgemaakt.
De VU telt nu bijna net zoveel studenten als in het topjaar 2011. Toen waren er 25.060 studenten, nu 24.567. Daarna is een dalende lijn ingezet die sinds twee jaar weer duidelijk omhoog gaat. Deels komt dat door de instroom van buitenlandse studenten in Engelstalige bachelors: vorig jaar 774, nu 955 (plus 23 procent). Maar ook het aantal Nederlandse studenten steeg, bijvoorbeeld bij rechtsgeleerdheid: van 202 naar 480.
Rector Vinod Subramaniam is blij met deze groei. “We zitten weer bijna aan de 25.000 studenten. Dat is een mooi aantal waar het bestuur naar streeft. Veel harder hoeven we niet te groeien.”
‘Veel harder hoeven we niet te groeien’
Subramaniam is tevreden over de toename van buitenlandse studenten. “We denken dat sommige opleidingen echt beter worden door de internationale instroom, denk aan de vorming van goede mixed-classrooms. In het verleden waren hier weinig internationale studenten. Nu vormen ze zo’n 14 procent. We hoeven niet per se meer internationale studenten te trekken om verder te groeien, maar bij sommige opleidingen is het wel goed om tot een betere mix te komen. Buitenlandse studenten moeten zich geen eenling in een groep voelen.”
Naast 40 Nederlandstalige bachelors heeft de VU 20 bachelors met een volledig Engelstalig programma. De rector verwacht dat er nog een paar bij zullen komen, zoals law in society. “Ons uitgangspunt is dat de bachelors Nederlandstalig zijn, tenzij er inhoudelijke redenen zijn om het in het Engels te doen. Vaak gaat het dan om wetenschapsgebieden die internationaal zijn georiënteerd, zoals bij de bèta’s.”
Engelstalige opleidingen in trek
Volgens de recente VU-cijfers volgt de helft van de studenten hier een Nederlandstalige opleiding en 31 procent een Engelstalige. De resterende 19 procent volgt een tweetalige opleiding. Daarbij telt mee dat het merendeel van de masteropleidingen Engelstalig is.
Enkele bachelors die nu voor het eerst Engelstalig zijn, doen het erg goed. Voor sommige kleinere opleidingen lijkt het zelfs de redding te zijn. Zo ging mathematics van 26 naar 47 eerstejaars dankzij 22 internationale eerstejaars, geschiedenis van 18 naar 63 van wie 28 uit het buitenland en culturele antropologie van 45 naar 102 met 41 internationale eerstejaars.
De komst van internationale studenten leidde nog niet tot enorme aantallen, waarvoor hier en daar wel werd gevreesd. Zo is het aantal eerstejaars bij de bachelor psychologie sinds de invoering van de Engelstalige track gestegen naar 551, van wie 205 uit het buitenland komen.
De groei van eerstejaars is niet alleen toe te schrijven aan het buitenland, benadrukt de rector. “Dat geldt ook voor psychologie. We zien daar juist een flinke stijging van Nederlandse studenten, net als bij andere opleidingen. Dat komt mede doordat de opleidingen zich duidelijk profileerden en veel aan werving deden. En ook heel wat Nederlandse studenten volgen gewoon graag een Engelstalige opleiding vanwege de internationale setting.”
De groei van eerstejaars geldt voor nagenoeg alle opleidingen. Alleen over de brede bachelor literatuur & samenleving maakt Subramaniam zich echt zorgen. “Dat was vroeger de succesvolle opleiding Nederlands. Nu hebben we nog een handjevol eerstejaars. Dat is landelijk een probleem: Nederlands studeren is blijkbaar niet meer populair onder aanstaande studenten.”
Grenzen aan de groei
De rector ziet ook wel nadelen aan de groei. Het aantal eerstejaars bij de School of Business and Economics steeg van 700 naar bijna 1.000 en bij Rechtsgeleerdheid van 362 naar 703. “Hier en daar beginnen we de grenzen te raken en gaat het piepen en kraken. Bij sommige opleidingen is de groei heel sterk. Dat kunnen we nog net aan omdat we extra docenten inzetten. Maar ergens houdt de groei op. Dan schieten de faciliteiten op de campus tekort.”
‘Hier en daar begint het te piepen en te kraken’
De universiteit heeft weinig middelen om de instroom te beperken, zegt hij. “Een numerus fixus vind ik een paardenmiddel. Wat kun je verder doen? Minder wervingsactiviteiten houden en bij een enorme toeloop in mei al de inschrijving stoppen?”
Waar de grens ligt, weet hij niet. “Dat verschilt per opleiding. Ik ga geen maximale aantallen noemen. Maar we moeten de kwaliteit van de opleidingen kunnen blijven faciliteren.”
De rector ziet geen problemen met de groei van buitenlandse studenten. “Die zijn bij bijna geen enkele opleiding echt in de meerderheid, als dat al een probleem zou zijn. Alleen bij Computer Science en Philosophy, Politics and Economics. Maar het is een goed idee om alleen bij Engelstalige tracks een stop in te voeren, zoals in het wetsvoorstel ‘Taalbeleid en toegankelijkheid’ staat. Dan kun je beter sturen om goede mixed classrooms te krijgen, zonder studenten van de Nederlandse track uit te sluiten.”
Numerus fixus
De discussie over de studentenstops speelde vorig jaar landelijk onder meer bij de opleidingen psychologie en economie, vooral aan de UvA. Doordat die landelijk massaal overschakelen op Engels als onderwijstaal, dreigde er een enorme toeloop uit het buitenland te ontstaan. Maar door het invoeren van een numerus fixus worden ook Nederlandse studenten geweerd omdat universiteiten geen verschil tussen studenten uit Europa en Nederland mogen maken. Dus het splitsen in een Engelstalige en Nederlandstalige track kan een oplossing zijn, met voor beide groepen een apart toelatingsbeleid.
Masters groeien ook
Ook de masteropleidingen groeien flink. De instroom steeg met 8 procent naar 5.096, van wie 22 procent (1.122 studenten) een buitenlandse vooropleiding heeft.
Van alle ruim 4.000 internationale studenten aan de VU komt een kwart van buiten Europa. Zij betalen een veel hoger collegegeld, maar het Rijk betaalt voor hen geen vergoeding aan de universiteiten.
Landelijk steeg het aantal studenten aan de universiteiten met 5,3 procent naar ruim 290.000. De groei komt vooral door een stijging van 10 procent doorstromers uit het hbo. Het aandeel buitenlandse studenten is nu ruim 19 procent. Dat was in 2017 nog 17 procent.