De politiek moet onder ogen zien dat de gewelddadige aanval op een groep antizwartepietactivisten in Den Haag een daad van antizwart racisme is, schrijft het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap in een brief aan alle fractieleiders in De Tweede Kamer. VU-historicus Susan Legêne, die voorzitter is van het genootschap, vindt dit het moment om zich uit te spreken.
Het geweld tegen antizwartepietactivisten is al een paar jaar gaande, waarom klimt het Historisch Genootschap nu in de pen?
“Het verschil met de voorgaande jaren is dat dit geen confrontatie op straat was in een reactie op een antizwartepietdemonstratie, maar een overval. De belangrijkste reden voor onze brief is echter dat de belagers van Kick Out Zwarte Piet zich beroepen op traditie en geschiedenis. De overheid plaatst die aanval in het kader van de vrijheid van meningsuiting van de antizwartepietactivisten, die vrijheid moet inderdaad worden beschermd. Wij wijzen echter ook op een geschiedenis van antizwartracisme waar die aanval uit voortkomt. Als je dat niet benoemt, mis je het hele punt.”
Denkt u niet dat de aanvallers vinden dat hun eigenheid wordt bedreigd met het afschaffen van hun geliefde traditie?
“Vanochtend had ik het nog met studenten over Zwarte Piet. Een buitenlandse student was stomverbaasd te horen dat we hier nog aan blackface doen. Veel Nederlanders ontkennen dat Zwarte Piet hetzelfde is als bijvoorbeeld de Amerikaanse blackface, maar in de context van vandaag maakt Zwarte Piet onvermijdelijk deel uit van diezelfde traditie.”
Maar zo zien de voorstanders van Zwarte Piet dat niet, die bestrijden dat Zwarte Piet racisme is.
“Die kennen de zwarte geschiedenis niet, de geschiedenis van mensen die al eeuwen lijden onder dit soort racisme.”
Toch, hoe weerzinwekkend dat geweld ook, ziet u geen ruimte voor de mogelijkheid dat het de belagers van KOZP te doen is om het beschermen van hun eigen traditie?
“Met zoveel extreem geweld? Ik denk niet dat bij de belagers de warme liefde voor hun traditie zo diep zit dat ze daarom andere mensen aanvallen. Dit gaat niet om een traditie, dit gaat om het marginaliseren van zwarte mensen, bij wie het een diepgewortelde angst aanspreekt dat ze in Nederland niet veilig zijn. Dat gaat wel wat verder dan de angst voor het afschaffen van Zwarte Piet.”
Denkt u dat die aanval in Den Haag een keerpunt is in de discussie over Zwarte Piet, zoals de arrestatie, bij de Sinterklaasintocht van 2011 van Quinsy Gario en Jerry Afriyie dat ook was?
“Ik vind het best indrukwekkend dat zelfs GeenStijl schreef dat het ’t schaamrood op de kaken stond. Inderdaad was de arrestatie van Gario en Afriyie ook zo’n keerpunt. Aan de andere kant lijkt de hardhandige arrestatie van Gario en Afriyie ook te hebben doorgewerkt in het steeds gewelddadiger gedrag van de voorstanders van Zwarte Piet.”
Het Historische Genootschap heeft toch al eerder aandacht gevraagd voor het misbruiken van de geschiedenis door extreemrechts?
“Niet dat ik weet. Maar we hebben er wel geregeld over gediscussieerd, mede naar aanleiding van een Duitse discussie over Zivilcourage en wanneer historici zich zouden moeten uitspreken. Onze uitkomst was dat we beslist niet overal met een belerend vingertje bovenop moeten gaan zitten. Maar hier is een grens overschreden: extreem, antizwart racistisch geweld met een beroep op onze geschiedenis. Een moment om ons uit te spreken.”
De brief van het Historisch Genootschap is hier te lezen.