Er zijn harde onderzoeksresultaten, gepresenteerd door hoogleraren. Er is de lancering van een nieuw netwerk op de VU. En er is interactieve technologie. Maar waar zijn de mannen?
Welgeteld vier mannen bezochten gisteren het congres Women and science careers, ondanks de e-mailaankondiging in veler inbox en de oproep aan vrouwen om een mannelijke collega mee te nemen. Ze voelden zich misschien niet aangesproken door de titel, oppert iemand in de zaal. Of ze vonden het te lang, een hele middag praten over vrouwen in de wetenschap, zegt een ander.
Schokkend
Maar het congres was – in de woorden van VU-rector Vinod Subramaniam – “schokkend” voor de VU. Belle Derks, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit Utrecht, presenteerde de resultaten van haar onderzoek naar de salariskloof tussen mannen en vrouwen op de VU. De uitkomst: vrouwen aan de VU verdienen 13,6 procent minder dan mannen in wetenschappelijke functies.
Dat komt op zich overeen met het landelijke gemiddelde uit een studie van Derks van twee jaar eerder. Een deel van het verschil kan worden verklaard doordat de vrouwen jonger zijn en in minder hoge posities zitten. En binnen dezelfde functie, bijvoorbeeld universitair docent, zitten mannen vaker in het hogere niveau 1 dan vrouwen. Bovendien krijgen mannen vaker toelagen bovenop hun vaste inkomen.
€128 minder
‘Vrouwen op de VU krijgen minder voor hun werk dan mannen en bovendien: hoe hoger op de ladder, hoe groter het gat’
Maar ook als je voor al die dingen corrigeert, blijft er een onverklaarbaar loonverschil over van 2,1 procent, oftewel gemiddeld 128 euro per maand. Dat verschil is twee keer zo groot als het landelijk gemiddelde. Het is wel bij de ene faculteit (Derks noemt geen namen) lager dan bij de andere, variërend van 38 tot maar liefst 427 euro! Hoe dan ook, de conclusie is: “Vrouwen op de VU krijgen minder voor hun werk dan mannen en bovendien: hoe hoger op de ladder, hoe groter het gat.”
De cijfers zijn ook voor de rector en mede-bestuurslid Marjolein Jansen een primeur. “Ik ben geschokt dat het salarisverschil tussen mannen en vrouwen aan de VU twee keer zo groot is als het landelijk gemiddelde”, reageert Subramaniam. “It really doesn’t jive here!”
Simpele oplossing
“Er is toch een heel simpele oplossing?”, oppert hoogleraar biologische psychologie Dorret Boomsma, die in de zaal zit. “Gooi het salaris van vrouwelijke wetenschappers met €128 omhoog! Het gaat de hele middag over wat vrouwen moeten, maar wat doet de universiteit voor ons?” Ze oogst applaus.
Subramaniam: “Natuurlijk kunnen we ervoor kiezen om vrouwen meer te betalen, maar dan moeten we iets anders niet meer doen. Geloof me, Marjolein en ik zijn echt geschrokken, en we gaan structurele, institutionele veranderingen vinden. Neem die toelagen. Waarom schrappen we die niet gewoon allemaal, ook voor mannen?” “En zet een limiet op de onderhandelruimte voor mannen”, tipt Derks.
Niet ambitieus
De rector is een van de vier aanwezige mannen. En hij is nog deel van het programma ook, als spreker, respondent en ook een keer microfoonloopjongen. “We doen iets niet goed”, zegt hij in zijn eigen praatje. “Dat we meer diversiteit aan boord moeten krijgen, is totaal vanzelfsprekend. Maar hoe?” Hij somt op wat de VU al doet: cijfers bijhouden, een chief diversity officer aanstellen, bij de leiderschapstrainingen mensen bewust maken van hun vooroordelen, de decanen dwingen een plan te maken om meer vrouwen in hogere functies te krijgen, mentorschappen.
‘Dit is toch totaal niet ambitieus? We moeten veel verder gaan’
“Met de minister is afgesproken dat we 25 procent vrouwelijke hoogleraren hebben in 2020. Dat percentage is nu 20,6 aan de VU. Het is een mooi doel, maar wees eerlijk: het is toch totaal niet ambitieus? We moeten veel verder gaan!” Maar een hoger streefcijfer noemt hij toch niet.
‘Open klimaat’
Karen van Oudenhoven-van der Zee, chief diversity officer en decaan van de sociale faculteit, presenteert vervolgens haar onderzoek naar het doorgroeien van vrouwelijke wetenschappers op de VU. Haar advies: aan de ene kant realistischer zijn in de mogelijkheden, want nou eenmaal niet iedereen kan hoogleraar worden. Aan de andere kant werken aan een ‘open klimaat’ op de VU en vrouwen trainen om voor zichzelf op te komen.
Direct reageert Patricia Lago, hoogleraar informatica, uit de zaal: “Investeer nou eens in trainingen voor mannen. Leer hen vrouwelijke competenties, zodat we samen een nieuw type leider kunnen bouwen.” Instemmend geknik in de zaal. De rector wil weten hoe er een meer open klimaat aan de VU kan komen. “Al die regels die we hier hebben afschaffen!” reageert Van Oudenhoven-Van der Zee. Het publiek lacht hardop en klapt.
Topzwaar
Lago, en ook Boomsma, zijn een paar van de aanwezige hoogleraren. In KC-07 zitten verder vooral jonge vrouwen – in totaal is het aantal bezoekers niet hoger dan 100. Topzwaar kun je het congres noemen, met de twee cvb-leden, de chief diversity officer en de directeur van HRM, Renée-Andrée Koornstra, die allen de volle vier uur blijven.
Een feestelijk moment van de bijeenkomst is de lancering van een nieuw netwerk op de VU: Wo/men 4 women. “Laten we, vrouwen én mannen samen, een verandering starten”, zegt rechtendocent Marieke de Hoon, een van de initiatiefnemers. “We kunnen ons allemaal beter bewust worden van de verschillen.” Het eerste netwerkevenement staat gepland op 4 juli tussen 17.00 en 19.00 uur.
Niet het beste moment, blijkt uit de reacties in de zaal. “Voor mensen met jonge kinderen is dat juist de drukste tijd van de dag. Doe het tijdens de lunch!” Dat neemt de organisatie mee voor een volgende keer.
Mannen dwingen
“Hoe krijgen we de mannen hier eigenlijk bij betrokken?” vraagt De Hoon. Toevallig is dat ook net de eerste stelling die het publiek mag beantwoorden via een interactieve website. Het merendeel vindt dat je op zoek moet naar actieve betrokkenheid van mannen, maar een deel meent dat je ze gewoon moet dwingen.
‘Hoe krijgen we de mannen hier eigenlijk bij betrokken?’
Een van de mannen in het publiek gelooft in de dwingende aanpak. “Ik ben postdoc en begeleid studenten en promovendi, ook vrouwelijke. Ik voel me verantwoordelijk voor hun wetenschappelijke carrière. Ik ben hier, omdat ik wil weten waar zij tegenaan lopen, zodat ik ze daar ook bij kan begeleiden. Eigenlijk vind ik dat het onderdeel van je taakomschrijving moet zijn dat je hier als begeleider iets over weet.”
Een ander in de zaal pakt het liever toch wat vrijblijvender aan. Ze oppert dat er bij dit soort bijeenkomsten bier moet zijn na afloop om mannen te lokken. “Het is misschien cliché, maar het werkt wel.”