Wat hebben Donald Trump, Abraham Kuyper, Tolstoj en Andrew Tate met elkaar gemeen? Geen idee? Ze werden in de vorige editie van het magazine Ad Valvas allemaal beschuldigd van toxische masculiniteit.
Tot 2015 was het concept toxic masculinity enkel in gebruik bij academici, diep weggestopt in ivoren torens. En toen kwam #MeToo. In tien jaar tijd werden de twee woorden samen net zo modieus als de combinatie van een matje en een snor.
Dat is Veronique Aicha niet ontgaan, die voor Ad Valvas een essay schreef over ‘de toxische man’. Maar op de meest belangrijke vraag – wat ís toxische masculiniteit? – kwam geen eenduidig antwoord.

Ik citeer uit het essay: De toxische man…
– ‘is niet in staat om met een pluriforme samenleving om te gaan, en klampt zich daarom vast aan homogeniteit’ – Aicha noemt Trump als voorbeeld
– heeft volgelingen die ‘geloven dat hij een Messias is’ – voorbeeld: Andrew Tate
– ‘zet zich af tegen progressieve ideeën’ – voorbeeld: Abraham Kuyper
– ‘ziet de vrouw als machteloos, ondergeschikt en kwetsbaar wezen’ – voorbeeld: Tolstoj.
Ten slotte wordt er een student opgevoerd met een definitie over hiërarchie en machtsdynamieken. Tel die erbij op, en in een essay van nog geen 1300 woorden krijgt de term toxische masculiniteit vijf totaal verschillende betekenissen.
Het is verleidelijk om je met zo’n beladen term te bewapenen tegen alles wat je niet zint: conservatisme, seksisme, homogeniteit, hierarchie, messiascomplexen. Maar misschien moeten we de definitie van zo’n stevig verwijt toch wat sterker afbakenen.
Het gevolg is namelijk dat figuren van een totaal verschillend kaliber in hetzelfde afvalcontainerbegrip belanden. Neem VU-hoogleraar evolutionaire psychologie Mark van Vugt, wiens uit zijn verband gerukte uitspraak in het essay werd opgevoerd als voorbeeld van toxische masculiniteit.
Het duurde slechts drie dagen voordat de sectie Organisatiepsychologie zich op de website van Ad Valvas schaarde achter hun collega, die ‘zich op vele manier heeft ingezet om vrouwen én mannen te ondersteunen en om misinterpretaties van theorieën – die inderdaad door sommige rechts-conservatieve complotdenkers worden gebruikt om toxische ideeën te promoten – recht te zetten’. Nu is de tragiek van het essay dat deze man op dezelfde stapel belandt als die rechts-conservatieve complotdenkers.
Toxische masculiniteit, of – laat ik het anders verwoorden – intimidatie, onderdrukking en stigmatisering van vrouwen door mannen, is een significant probleem waar we het over moeten hebben. Maar wel in de juiste bewoordingen.
Als we toxic masculinity voorzien van allerhande betekenissen krijgt het de multi-inzetbaarheid van een Zwitsers zakmes, maar de botheid van wegwerpbestek. Echte oplossingen daarentegen beginnen bij een duidelijke probleemstelling. En dan helpt het dus niet om iedereen en zijn vader te bestempelen met dezelfde parapluterm. Een aangelengd begrip is geen werkend tegengif.
Het is inderdaad waar dat het begrip toxische masculiniteit beter gedefinieerd moet worden. Dan moeten we echter ook het begrip toxische femininiteit gaan definiëren. Het is wel degelijk zo dat er de laatste jaren ook sprake is van doorgeschoten feminisme; intimidatie, onderdrukking en stigmatisering van mannen door vrouwen, is een significant nieuw probleem waar we het over moeten hebben. Ariel Levy schreef jaren geleden het boek ‘Female Chauvinist Pigs’. Wat zij toen schreef was toen al waar, maar nu nog meer. Het moderne feminisme heeft wel degelijk toxische aspecten van toxische mannen overgenomen en vallen daar normale mannen, die goodwill hebben, helaas vaak mee lastig. Het wordt tijd voor zelfreflectie bij vrouwen m.b.t. dit onderwerp.