“Het is gewoon nutteloos”, zegt hij, turend in zijn tripel. “Ik werk mezelf helemaal uit de naad voor iets dat door twee mensen vluchtig gaat worden doorgespit. Verder niks.”
Er volgt een gesprek over alle bezigheden die het scriptiekoekoeksjong uit zijn nest drukt. De een moest tijdelijk stoppen met zijn vrijwilligerswerk, de ander is minder gaan sporten, een derde heeft zijn oma al tijden niet gezien en gezond eten is er alom bij ingeschoten.
Op de achterkant van een bierviltje slaan we aan het rekenen. Laten we zeggen dat nu zo’n 70.000 wo-studenten werken aan hun bachelorscriptie, goed voor 12 EC, met een studielast van 28 uur per studiepunt. Dat brengt je op een totaal van 23,5 miljoen uur. Tel daar universitaire masterscripties bij op (ook zo’n 70.000 studenten, maar dan met 18 EC) en je komt uit op 58,8 miljoen uur.
We trekken een duizelingwekkende conclusie: gezamenlijk verkwisten de meest veelbelovende, hoogstopgeleide mensen van ons land jaarlijks dus bijna 60 miljoen uur aan het schrijven van scripties waarvan de meeste het daglicht nooit zullen zien. 58,8 miljoen uur.
‘De grootste verspilling van onze tijd is de verspilling van talent.’ Aan die woorden uit Rutger Bregmans nieuwe boek Morele Ambitie moest ik denken bij het zien van dat astronomische getal.
En hoewel het bij Bregman altijd verstandig is om je af te vragen in hoeverre zijn beweringen deugen, maakt de universitaire realiteit pijnlijk duidelijk dat zogeheten bullshitjobs, waarbij ‘ze rapporten schrijven die niemand leest’, niet ondenkbaar zijn.
Bregman ziet zijn gelijk in internationaal onderzoek, stellende dat 8 procent van de werknemers diens eigen baan nutteloos vindt en nog eens 17 betwijfelt wat diens baan toevoegt aan de samenleving. Smijt deze statements voor de grap eens in een studie-enquête waarbij je ‘baan’ verandert in ‘scriptie’ en de uitkomsten laten zich raden.
Er moet toch een alternatief te bedenken zijn voor deze bullshitpapers? Een vorm – waarin we studenten leren onderzoeken – die tegelijkertijd bijdraagt aan de maatschappij?
Normaal gesproken had ik nu de moeite genomen om een fraai slot te schrijven met het antwoord op deze vragen, refererend aan het gesprek in het studentencafé om het verhaal mooi rond te maken, ware het niet dat ik daar nu geen tijd voor heb. Scriptie roept.
Is dit nu een redenering van een van die “meest veelbelovende, hoogstopgeleide mensen van ons land”? Die rekensom geldt toch voor het gros van het onderwijs. Hoe vaak denk je dat ik differentiaalvergelijkingen maak, de wet van Kirchhoff toepas, de Griekse tekstanalyses, economische modellen, moleculaire samenstellingen of het principaal-agentprobleem? Precies, niet, nauwelijks, nooit.
En toch vormen deze kennis en vaardigheden een fundament voor wat ik wel doe. En hebben ze mij indertijd getraind in denkkracht, verbeelding, kennisexploratie, verbreding, kritisch vermogen, et cetera.
Turend over je trippel een beetje populaire prietpraat bedenken, kom op zeg. Aan de slag! Als je denkt dat het proces van de scriptie gaat om de beoordeling, dan heb je er niet veel van begrepen.
Precies, dat!
This is an interesting piece. What I read underneath the message is that you recognize that the academy is becoming old fashioned in a New World. Why can’t students learn while doing things that are important? What avenue has been effective in finding facts in cold cases, missing people, psychopaths? Podcasts. I would love to have the support to learn how students could prepare and promote with a podcast. At least we would then have academically supported information in the ether rather than the opinions of every Tom, Dick, and Harry. And we would reach many other people. Traditional ways of knowing has always realized that the mental and physical go together. Isn’t it time the university catches up?