Iedereen wil de werkdruk op de VU-campus verminderen, maar of dat snel gaat gebeuren, is zeer de vraag. De deelnemers aan een forum over werkdruk, donderdagmiddag georganiseerd door de ondernemingsraad in het kader van de Nationale Week van de Werkstress, kwamen er in elk geval niet helemaal uit.
Jaap Winter, nog anderhalve maand de voorzitter van het college van bestuur, benadrukte dat werkstress bespreekbaar moet worden en dat collega’s er met elkaar over moeten praten.
Kitty Jong, vicevoorzitter van vakbond FNV en daarvoor secretarieel medewerker van de ondernemingsraad, wees naar het personeelsbeleid van de VU, met veel tijdelijke banen en werknemers die “de zeggenschap over hun werk zijn kwijtgeraakt.”
Docent innovatiemanagement Meindert Flikkema, inmiddels landelijk bekend als strijder voor een andere vorm van universitair onderwijs, riep in een emotioneel betoog weer op tot zijn “fluwelen revolutie”, een universiteit die vrij is van neoliberalisme en de “intimiderende, verlammende en ziekmakende schreeuw om prestaties.”
Afdelingshoofd Arbo & Milieu Paul van Soest pleitte voor onthaasting: “Er is een ongeschreven regel dat de volgende stap altijd een stap omhoog moet zijn, maar misschien moet het weleens een stap opzij zijn, of zelfs een stap omlaag.” Volgens Van Soest moeten wetenschappen ook leren erkennen dat ze werkstress ervaren.
Kafka-knop
Winter bekritiseerde bij zijn aantreden als voorzitter, vier jaar geleden, het feit dat alles is dichtgetimmerd met regelgeving en procedures. Al die bureaucratie geeft veel extra werkdruk, maar veel heeft hij er zelf ook niet aan kunnen doen. Er is een Kafka-knop gekomen, een soort meldpunt waar VU-medewerkers kunnen wijzen op overbodige regels en procedures. “Die knop helpt iets”, aldus Winter. Maar in de praktijk blijkt het afschaffen van overbodige regels erg moeilijk te zijn. “Altijd is er wel iemand die uitlegt waarom dat niet zomaar kan.”
Dus riep Winter op om af en toe “buiten de lijntjes te kleuren.” Als je denkt dat het zonder een procedure beter kan, gewoon doen, zei hij. “Later zien we dan wel hoe we daar uitkomen.” Zomaar regels afschaffen kan niet, “de manier waarop we met de regels omgaan, kunnen we wel versterken.”
Maar terwijl Winter opsomde wat medewerkers allemaal zelf kunnen doen om de werkdruk te verminderen: praten, investeren in “dingen die energie geven”, veel slapen en sporten, wezen mensen in de zaal hem op de weerbarstige praktijk: iemand van de ICT-dienst die het water aan de lippen stond vanwege de zoveelste reorganisatie, sociaal wetenschapper Ida Sabelis vertelde dat vrouwelijke promovendi wel drie keer uitkijken voordat ze gaan klagen over werkdruk, omdat hun plek al bestaat bij de gratie van allerlei creatief vlieg- en kunstwerk dat hun positie hoogste onzeker maakt.
Gedwongen overwerken
Jong beschreef een cultuur waarin medewerkers geen nee kunnen zeggen als ze gevraagd wordt over te werken. “Ze werken ‘s avonds en in het weekend. Zelfs de vakanties zijn niet heilig.” Vijfenzeventig procent van de ondervraagden in een FNV-enquête zegt zelfs dat de werkdruk alleen maar toeneemt.
Hulp van buiten lijkt er niet te komen. In het nieuwe regeerakkoord staan maatregelen die volgens Jong de druk nóg meer zullen doen toenemen: bijvoorbeeld de doelmatigheidskorting, die zorgt voor meer bureaucratie en de halvering van het collegeld, die het aantal studenten zal doen toenemen. Het aantal docenten blijft achter bij de toenemende aantallen studenten, die ook nog worden aangevuld met studenten uit het buitenland.
Winter klaagde over de ontoereikende financiering door de overheid. Jong erkent dat probleem, maar vindt dat de VU andere beleidsmatige keuzes moet maken. Minder tijdelijke contracten, bijvoorbeeld. “We kunnen met z’n allen naar de overheid wijzen en dat is terecht, maar zelf maak je ook bepaalde keuzes waar je je geld aan uitgeeft. Daarbij kun je ook andere accenten leggen.” De VU had volgens haar ook “onvoorstelbaar veel geld uitgegeven aan zaken waar niemand op zit te wachten”, zoals dure verplichte cursussen voor medewerkers.
Bovendien, zei Jong, hangen niet alle oplossingen samen met geld.
Prestaties meten
Winter heeft zich tijdens zijn voorzitterschap ingezet voor vermindering van de prestatiedruk, bijvoorbeeld door Bruto Academische Waarde te introduceren, een benadering van onderzoek en onderwijs die verder gaat dan alleen het meten van aantallen wetenschappelijke publicaties en dergelijke, en door te hameren op meer vertrouwen van leidinggevenden in hun medewerkers. Dat laatste is voor Flikkema ook een belangrijk punt: “Wees streng als je mensen aanneemt, maar eenmaal binnen moet je ze hun vrijheid gunnen.”
Winter vindt echter dat Flikkema teveel in één keer wil. “Er bestaat ook veel weerstand van mensen die wel hechten aan een systeem waarin prestaties worden gemeten. Daar moet je óók naar luisteren.”
Enige onrust was ontstaan door het interview in Advalvas met de nieuwe voorzitter van het college van bestuur, Mirjam van Praag. Die leek volgens Flikkema en milieu-econoom Frans van der Woerd niet veel meer dan wat “lippendienst” te bewijzen aan zaken als een grotere waardering voor het onderwijs. Winter verzekerde hen dat hij haar op het hart had gedrukt, al voordat ze solliciteerde, dat ze net zo goed niet kon solliciteren als ze waarden als het Bruto Academische Waarde niet onderschreef.