Weinig aandacht is er in de media voor de bijdrage aan de opening van het academisch jaar van Gabriël van den Brink, die in zijn toespraak toch ook een paar kritische noten kraakte ten aanzien van het VU-bestuur.
Van den Brink, hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en lector Ethiek & Gezag aan de Politieacademie, was uitgenodigd om zijn licht te komen schijnen op het thema Verbeelding Gezocht! Hij noemde de professionals, die vaak klagen dat ze binnen een bedrijfscultuur hun bevlogenheid niet waar kunnen maken.
‘Dat dringt zelden tot de bestuurders door omdat die vooral met het bewaken van processen, het verhogen van doelmatigheid en het halen van de targets bezig zijn’, aldus Van den Brink.
Komen dit soort bestuurders nu ook in de universitaire wereld voor, vroeg hij zich retorisch af. ‘Wie afgaat op de krantenberichten van het laatste jaar is geneigd om te antwoorden met ja.’
Van den Brink zei dat de hoffelijkheid hem gebood er niet uitgebreid op in te gaan, maar dat hij twee feiten toch genoemd wilde hebben.
‘Ten eerste dat de Vrije Universiteit een groot aantal werknemers telt die het bestuur een halsstarrige houding voor de voeten werpen en de leiding van hun organisatie wantrouwen.’
‘ Ten tweede dat er onlangs aan het VUMC dramatische gebeurtenissen plaats vonden die op eenzelfde probleem wijzen. Het is veelzeggend dat men daar de boodschapper van het slecht nieuws op non actief stelde terwijl het aan de universiteit toch in de eerste plaats om de waarheid dient te gaan.’
‘Maar goed, dat laat ik rusten omdat ik me niet wil mengen in de problemen van een instelling waar ik niet werkzaam ben’, aldus Van den Brink.