Universiteitsbestuurders hebben de onvrede in de academische wereld jarenlang ontkend of weggewuifd. Ze hadden zich sterker tegen het ‘Haagse’ beleid moeten verzetten, vindt het Platform Hervorming Nederlandse Universiteiten (H.NU).
In haar recente reactie op de protesten van studenten en medewerkers aan de Universiteit van Amsterdam, wees universiteitenvereniging VSNU wat te vaak naar ‘Den Haag’, schrijven de hoogleraren René Boomkens en Hans Radder in een open brief namens platform H.NU. De universiteiten hadden de hand meer in eigen boezem moeten steken.
Het waren immers de universiteitsbestuurders zelf die het aantal tijdelijke contracten uit de hand lieten lopen, die docenten en onderzoekers “overstelpten met vele overbodige controle-, toets- en evaluatiemaatregelen” en die “enthousiast achter alle rankings, hitlijstjes en onzorgvuldige kwaliteitsmetingen aanliepen”.
De universiteiten kijken volgens H.NU nog steeds te veel naar rendement en output. Niet de uitkomst, maar de taak van de universiteiten zou bekostigd moeten worden. Het hoge aandeel tijdelijke aanstellingen, veelal afhankelijk van onderzoeksbeurzen, wil het platform tegengaan door de helft van het subsidiebudget van onderzoeksfinancier NWO over te hevelen naar de universiteiten.
Net als de VSNU vindt H.NU dat het systeem van onderwijsaccreditaties uit de hand is gelopen en tot bureaucratisering en wantrouwen leidt. De universiteiten hebben dat zelf laten gebeuren, meent H.NU. In de open brief pleit H.NU voor een systeem van vijfjarige inhoudelijke visitaties van het onderwijs en onderzoek door peers, waarbij ook de kwaliteit van medezeggenschap wordt beoordeeld.