Betere medezeggenschap kan voorkomen dat ingrijpende onderwijshervormingen op een fiasco uitlopen, denkt de Tweede Kamer. Onderwijsminister Dijkgraaf is het daarmee eens. En het overheidstoezicht kan ook beter.
Vorige week woensdag vergaderde de onderwijscommissie van de Tweede Kamer met demissionair minister Dijkgraaf over onderwijskwaliteit. Aanleiding was een kwestie bij Fontys, waar grote onderwijsvernieuwingen vooral slecht uitpakten bij de Juridische Hogeschool van Fontys en Avans in Tilburg. Er vielen veel eerstejaars uit. De vernieuwing is inmiddels gedeeltelijk teruggedraaid.
Kritische docenten van Fontys, Avans en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen stelden een manifest op. Instellingen moeten financieel aansprakelijk worden voor mislukte onderwijsvernieuwingen, menen ze, zodat studenten geld terug kunnen krijgen.
De benodigde wetswijziging zou moeten dienen als stok achter de deur, zei een van de docenten tegen Trouw. “Dit moet hogescholen bewegen om een nieuwe onderwijsmethode voortaan doordachter in te voeren, dus minder abrupt. Doen ze dat, dan hoeven studenten deze wetswijziging hopelijk nooit van stal te halen.”
Schadevergoeding
Het manifest raakte een gevoelige snaar in de Tweede Kamer. Studenten waren inderdaad de dupe bij Fontys, onderstreepte VVD-Kamerlid Hatte van der Woude. “Het zijn jonge mensen die deze tijd gewoon niet meer terugkrijgen. We willen dat dit niet meer gebeurt.” Het is volgens haar een probleem dat onderwijsvernieuwingen “steeds top-down worden uitgestort over docenten”. Zij zouden juist betrokken moeten worden bij hervormingen.
Volgens Lisa Westerveld van GroenLinks waren de problemen bij Fontys niet zo uit de hand gelopen als de medezeggenschap had ingegrepen. Dat is volgens haar een goede les voor het hele hoger onderwijs. “Op papier hebben we de medezeggenschap prima geregeld, maar in praktijk zie ik te weinig balans in dit systeem”, zei ze.
Minister Dijkgraaf erkende dat en wil meer stappen zetten om de medezeggenschap te versterken, zoals een nieuwe campagne om docenten en studenten te werven. Hij zal daarover binnenkort een brief versturen naar de Kamer, liet hij noteren.
Voor Westerveld is zo’n campagne niet genoeg. De bevoegdheden van medezeggenschapsraden moeten volgens haar worden uitgebreid. Laat ze bijvoorbeeld wijzigingen aanbrengen aan voorstellen voor onderwijsvernieuwing, betoogde ze.
Keuring
Een belangrijke vraag is ook hoe de overheid toezicht houdt op de kwaliteit van opleidingen. Dat gebeurt nu middels zesjaarlijkse keuringen van onderwijskeurmeester NVAO, maar soms ook via de Onderwijsinspectie.
Weten de diverse toezichthouders wel goed wat hun taken zijn als er sprake is van een uit de hand gelopen onderwijsvernieuwing? SP-Kamerlid Peter Kwint vroeg of de rolverdeling tussen de onderwijsinspectie en de NVAO niet duidelijker kon. Fontys-docenten stuurden hun klachten bijvoorbeeld naar de inspectie, maar die deed er weinig mee. “Eigenlijk zit iedereen met de handen in het haar, want welke bevoegdheid ligt nou waar?”
Dat vreest Van der Woude (VVD) ook. Welke kant je ook op wilt met het toezicht op onderwijskwaliteit, de rolverdeling moet wel duidelijk zijn. “Anders krijgen we ook in de toekomst weer dat de hete aardappelen worden doorgegeven.”
Het zou kunnen dat het toezicht op het hoger onderwijs op de schop gaat. De zesjaarlijkse NVAO-keuringen werken volgens velen niet goed genoeg. “Ik ben in het verleden vaak mee geweest met zo’n traject”, vertelde Westerveld (GroenLinks). “Een keer in de zes jaar kom je langs. Je praat met studenten, docenten en bestuur en je kijkt naar wat een instelling aanlevert.” Doordat instellingen zich op zo’n dag graag van hun beste kant laten zien kan je volgens haar onmogelijk te weten komen wat de “daadwerkelijke cultuur” is. “Waar ik naar zoek is daarom een manier om echt op de opleiding in te grijpen zonder dat docenten bang hoeven te zijn dat hun contract niet wordt verlengd als ze te kritisch zijn.”
Meer ideeën
Dijkgraaf knikte en benadrukte dat er nieuwe, betrouwbare manieren moeten komen waarop instellingen zelf de kwaliteit van onderwijsvernieuwingen kunnen wegen, met aandacht voor inspraak. Dan kan kwaliteitsbewaker NVAO meer beoordelingen en taken bij de instellingen zelf leggen.
Dat is overigens een omstreden standpunt. In dat systeem (‘instellingsaccreditatie’) zou de overheid via de NVAO alleen nog toezicht houden op hele universiteiten en hogescholen, en niet meer op de afzonderlijke opleidingen.
Dijkgraaf heeft wel ideeën over verdere verbeteringen van het systeem. Behalve de inspraak zou ook de ombudsfunctie binnen instellingen moeten worden versterkt, meent hij. Verder zou het kabinet meer moeten investeringen in goed toezicht. Maar hij is demissionair en laat dit aan het volgende kabinet over.
Het manifest van de docenten pleitte voor schadevergoedingen bij mislukte onderwijsvernieuwingen, maar zo’n wetswijziging is misschien niet eens nodig. Volgens minister Dijkgraaf kunnen studenten nu al aan alle universiteiten en hogescholen een beroep doen op het zogeheten ‘profileringsfonds’, dat studenten steunt wanneer ze buiten hun schuld studievertraging oplopen. Of ze dat ooit daadwerkelijk hebben gedaan bij een gemankeerde onderwijshervorming, kon hij niet zeggen.