Popcorn, poffertjes, suikerspinnen, gevulde koeken en flesjes water worden deze week in overvloed uitgedeeld op de VU. Dat kan maar één ding betekenen. De verkiezingen voor de Universitaire studentenraad zijn in volle gang. Lijsttrekkers Desiree Baaleman (SRVU), Dimitri Lindijer (Bètapartij) en Nathalie Groenendijk (VUSO) presenteerden de partijstandpunten deze middag in een debat. Op drie punten liepen de meningen van de partijen flink uiteen.
Hoorcolleges waarbij de docent steeds praat, zijn niet van deze tijd
VUSO: “Wij zijn voor meer interactie tijdens de colleges, om zo een levendige leeromgeving te creëren. Dat motiveert de student en daardoor voor pikt de student de studiestof sneller op.”
SRVU: “Bij bepaalde zware onderwerpen is het juist fijn als de docent blijft vertellen. Bovendien zijn de werkgroepen en de practica bedoeld voor interactie.”
Bètapartij: “Hoorcolleges zijn de basis van het onderwijs. Zeker met nieuwe media is het goed om te kijken hoe je kunt innoveren.”
Er moet een vertegenwoordiger van de studenten toegevoegd worden aan het College van Bestuur
Bètapartij: “In Groningen hebben ze dit systeem nu ook en daar smeken ze inmiddels om het af te schaffen. Bovendien mag diegene lang niet alles doorspelen en het is maar één mening die er dan gehoord wordt.”
VUSO: “Het is belangrijk om daar iemand te hebben, ook als tussenpersoon. Nu duurt het heel lang voordat we informatie doorgespeeld krijgen. Je moet het vooral zien als een toevoeging, iets extra’s.”
SRVU: “Je vraagt dan één persoon – die dan nog amper tijd heeft om zelf te studeren – 23.000 studenten te vertegenwoordigen. Dat kan bijna niet. Dat het op faculteiten goed lukt, komt doordat deze veel kleiner zijn. Daar vertegenwoordigt de studentassessor maar een paar duizend studenten.”
De VU moet alleen studenten aannemen die slagen voor een aparte toets Nederlands, Engels en rekenen.
SRVU: “Het is heel krom. Je zegt eigenlijk dat het vwo-papiertje niets waard is. Bovendien zijn die cijfers op het vwo opgebouwd over drie jaar en is het niet een momentopname. Als er zoveel klachten zijn moet er juist naar het vwo gekeken worden.”
VUSO: “Aan de VU kunnen studeren is iets speciaals en zo maak je het nog iets specialer. Het is goed om een basisniveau te eisen van je studenten.”
Bètapartij: “Er komen veel klachten over het niveau van het Nederlands, Engels en rekenen van studenten die de academische wereld in trekken. Natuurlijk moet de VU aan dat niveau bijdragen, maar de studenten moeten al een bepaald niveau hebben als ze van het voortgezet onderwijs komen. Er zijn al veel opleidingen waar het Nederlands apart getoetst wordt en studenten die dat niet halen, moeten vervolgens extra cursussen volgen.”