Studentenorganisaties LSVb en ISO zijn boos op de nieuwe regering. Duizend euro korting voor eerstejaars klinkt mooi, maar het is een sigaar uit eigen doos. En de rekening wordt vooral betaald door studenten uit arme gezinnen.
In een reeks persberichten luchten de studentenorganisaties hun hart. De Landelijke Studentenvakbond en het Interstedelijk Studenten Overleg zijn diep teleurgesteld dat de basisbeurs niet terugkomt.
De nieuwe coalitie had toch op zijn minst de aanvullende beurs moeten verhogen. Door dat te verzuimen “laat de nieuwe coalitie de kans liggen om de schade die is aangericht door het leenstelsel herstellen”, aldus LSVb-voorzitter Tariq Sewbaransingh.
Ook zijn collega Rhea van der Dong van het Interstedelijk Studentenoverleg is teleurgesteld: “Het is duidelijk dat het hoger onderwijs voor het nieuwe kabinet geen topprioriteit is. Waar defensie er 1,5 miljard euro bij krijgt, moet het hoger onderwijs het doen met wat wisselgeld.” CDA en de ChristenUnie komen hun verkiezingsbeloften niet na, vindt ze.
Symbolische maatregel
De vier partijen van Rutte III willen het collegegeld voor eerstejaars studenten (en tweedejaars pabo-studenten) halveren, maar dat voorstel krijgt geen applaus van de studentenorganisaties. Het is een “puur symbolische maatregel” die geen enkel effect zal hebben, aldus de LSVb.
Bovendien moeten studenten er zelf voor betalen. De rente op studieschulden gaat namelijk omhoog. De opbrengst daarvan (zo’n tweehonderd miljoen euro) is precies genoeg om de korting op het collegegeld te dekken. Het is dus “een sigaar uit eigen doos”.
En wat ook steekt: rijke studenten zonder lening betalen er niet aan mee. De maatregel treft vooral studenten die noodgedwongen een hogere studieschuld opbouwen.
Wisselgeld
Daar komt nog eens bij dat de btw-verhoging van zes naar negen procent studenten het hardste treft, smaalt het ISO. “Terwijl de inkomstenpositie van studenten niet verbetert, moeten ze wel meer geld uitgeven aan hun dagelijkse boodschappen.”
Valt er dan niets goeds te melden? Jawel. Het ISO is blij dat het nieuwe kabinet kritisch gaat kijken naar selectie aan de poort van masteropleidingen. Die mag de toegankelijkheid niet in de weg staan.
Maar ook dat blijft afwachten. Zal er ook echt minder geselecteerd gaan worden? Dat blijkt volgens het ISO nog niet uit het regeerakkoord. Ook is het maar afwachten wat de invoering van maatwerkdiploma’s in het voortgezet onderwijs (een havodiploma met een aantal vakken op vwo-niveau) zal betekenen voor selectie aan de poort van bacheloropleidingen: die zal waarschijnlijk toenemen.