Geen koffiepauzes met studiegenoten, geen echt contact met docenten, geen gesprekjes over het weekend, geen spontaan biertje op een terras na een tentamen. Maar ook: geen uur in een stampvolle trein en colleges terugkijken wanneer je tijd hebt.
De coronatijd had voor- en nadelen vinden de vijftien studenten die Iris Nieuwenhuis, masterstudent beleid, communicatie & organisatie, voor haar scriptie interviewde. Voor sommigen waren de voordelen doorslaggevend, voor anderen de nadelen. Deze laatste groep miste een sociaal leven, kon zich minder concentreren of had thuis geen goede werkplek.
En over het algemeen voelden de geïnterviewden zich door het afstandsonderwijs minder verbonden met de VU. “Als alles online is, maakt het niet uit aan welke universiteit je studeert”, zei een van haar respondenten.
‘Als alles online is, maakt het niet uit aan welke universiteit je studeert’
De afname van het VU-gevoel komt doordat de studenten minder informeel contact hadden met andere studenten, minder contact hadden met docenten en soms doordat ze de technische ondersteuning als ondermaats hebben ervaren. Groepjes studenten die in coronatijd online samenwerkten waren vaker puur functioneel en leidden minder tot verbondenheid tussen de studenten dan in werkgroepen voor coronatijd.
“Het gebrek aan sociale interactie was vooral voor de eerstejaars moeilijk”, zegt Nieuwenhuis. Haar geïnterviewden komen uit verschillende jaargangen en studierichtingen. Ze zag een duidelijk verschil tussen studenten die al langer studeerden (en al een netwerk hadden opgebouwd) en de eerstejaars.
Licht depressief
“Een van de eerstejaars betreurde het dat hij op de VU nog geen vrienden had kunnen maken. Hij kon zich ook minder goed concentreren en zijn studiemotivatie was wat minder geworden. Ouderejaars die al langer in Amsterdam wonen, hadden minder moeite met de situatie”, vertelt Nieuwenhuis. “Dat is ook logisch: zij hebben vaak al een netwerk en die mensen bleven ze zien. Sommigen hadden ook ouders in Amsterdam wonen, of een relatie. Voor die groep studenten waren de maatregelen het minst ingrijpend.”
In haar steekproef vond Nieuwenhuis geen studenten die echt depressief waren geworden van de lockdown. Maar die zijn er natuurlijk wel. Nieuwenhuis nam deel aan een gesprek met een studieadviseur waarvoor studenten zich konden opgeven met wie het niet lekker ging tijdens de lockdown.
“Daar zat iemand die zichzelf licht depressief noemde. Die kon zich ook niet goed meer concentreren op zijn studie”, herinnert Nieuwenhuis zich.
Socializen bij koffieautomaat
Naast de interviews deed Nieuwenhuis aan participerende observatie: ze observeerde studenten die wel op de VU aanwezig waren. “De VU is eigenlijk nooit echt dicht geweest. Je kon er eigenlijk altijd wel terecht om te studeren.” Voor de studenten die naar de VU bleven komen, speelde het sociale aspect waarschijnlijk een rol, concludeert Nieuwenhuis. Ze observeerde mensen bij koffieautomaten en op andere plekken waar je kunt pauzeren. “Daar zag je dat de studenten vrijwel altijd met anderen waren, wat erop duidt dat ze niet alleen naar de VU kwamen om te werken, maar ook om te socializen.”
‘Opgenomen hoorcolleges en kennisclips hebben echt meerwaarde’
Zelf was Nieuwenhuis het afgelopen jaar ook vaak op de VU en niet alleen voor haar observaties. Ze zat vaak in de bibliotheek op de tweede verdieping. “Ik sprak niet vooraf met mensen af, maar ik wist wel dat daar bijna altijd wel mensen zitten die ik ken van mijn studie of uit mijn hockeyteam. Ik kwam eigenlijk altijd wel iemand tegen met wie ik kon gaan lunchen.”
Nieuwenhuis is blij dat de wereld weer opengaat. Haar bijbaan voor de afdeling e-commerce van De Bijenkorf doet ze liever op kantoor dan thuis. En ook op de VU denkt ze dat het voor het groepsgevoel goed is om elkaar weer live te zien. “Maar ik denk niet dat we terug moeten naar de situatie van voor de coronatijd. Sommige vormen van online onderwijs, zoals opgenomen hoorcolleges en kennisclips, hebben echt meerwaarde voor studenten. Dat blijkt ook uit mijn onderzoek. Maar die werkgroep doen de meeste studenten liever live dan online.”