De nieuwste editie van het magazine Kunstlicht is net verschenen. Wat bijzonder is aan dit wetenschappelijke tijdschrift is dat het grotendeels door VU-studenten wordt gemaakt. En dat al meer dan dertig jaar.
“De VU is ons thuisfront, maar we kijken met open vizier naar de wereld”, zegt Jesse van Winden, hoofdredacteur van Kunstlicht, een wetenschappelijk tijdschrift voor beeldende kunst, beeldcultuur en architectuur. Daarnaast volgt hij de researchmaster Visual Arts, Media en Architecture aan de VU. De rest van de redactie bestaat uit studenten of alumni van de VU. Drie keer per jaar publiceren zij een editie met artikelen van Nederlandse wetenschappers, pas afgestudeerden, onafhankelijke curatoren en van de redactieleden zelf.
Bijzondere redactie
Kunstlicht is in 1980 opgericht als facultair blad van de afdeling Kunst en Cultuur aan de VU. De redactiesamenstelling is bijzonder. Aan de edities werken studenten van de VU, met een aantal jonge alumni. Hierdoor zijn de publicaties verbonden aan de VU. Daarnaast biedt de VU het blad kantoorruimte en een kleine toelage, maar het tijdschrift staat inhoudelijk onafhankelijk van de universiteit. Kunstlicht wil belangrijk zijn in het academisch veld, “dus we moeten zo scherp mogelijk zijn.” Er is in Nederland veel vraag naar wetenschappelijke bladen over kunst, maar weinig aanbod, volgens Van Winden. “Het is dus belangrijk en logisch om de blik naar buiten gericht te houden.”
Activiteiten
Lezingen vergezellen de publicaties van Kunstlicht, maar de redactie probeert ook op andere manieren elke nieuwe editie te vieren. Voor de laatste publicatie, De publieke markt (verschenen in mei 2013), werd een filmavond georganiseerd en voor de publicatie in december, Mind the map, staat zelfs een tentoonstelling op de planning, met een redactielid als curator. Daarnaast proberen ze buiten de publicatiedata actief in de VU zichtbaar te zijn, zoals tijdens de introductieweek en met de huidige presentatie in de universiteitsbibliotheek, waar alle uitgaven te bekijken zijn en een korte historie van het tijdschrift. De activiteiten worden goed bezocht en de mensen zijn er enthousiast over.
De publieke markt
Artikelen in Kunstlicht worden per editie thematisch georganiseerd. Met de keuze van het thema wil de redactie zowel maatschappelijk als kunsthistorisch relevant zijn. Het thema van De publieke markt is geïnspireerd door de bezuinigingen op kunst en cultuur en de interesse van de redactie in de commerciële kunstmarkt. Zij zien de bezuinigingen van de regering als een politieke actie om kunst financieel zelfvoorzienend te maken. Er is al veel over de cultuurbezuiniging geschreven, vooral vanuit de slachtofferrol. De redactie constateert echter dat kunstenaars en journalisten de feiten niet tegen het licht houden. “Een goede reden om dit op een wetenschappelijke manier te doen.”
Internationaal aanzien
Kunstlicht begint ook internationaal aanzien te krijgen. Over het algemeen komen de schrijvers uit het Nederlands taalgebied, waar het tijdschrift wordt verspreid. Daarnaast zijn er echter ook buitenlandse bijdragen. Van Winden ziet het tijdschrift als tweetalig. In de editie over de publieke markt staan artikelen over het Museum of Contemporary Art in Los Angeles en de kunstmarkt in Indonesië. Voor de editie in oktober, Artefacts, is de gastredacteur de Spaanse VU-docent dr. Javier Gimeno Martínez, die hiervoor zijn Engelstalige college Design Cultures als uitgangspunt nam.
Kosten en baten
Van Winden ziet veel potentie in het blad: “We hebben een goede redactie en goede publicaties.” Het tijdschrift is non-profit en maakt weinig kosten. Maar de hoofdredacteur wil best wat extra te besteden hebben, bijvoorbeeld om de huidige zwart-witte uitgaves voortaan in kleur uit te brengen. Voor een kunsttijdschrift wel zo prettig. Van Winden is enigszins teleurgesteld in de manier waarop de VU het tijdschrift promoot. “De VU mag ons best gebruiken als uithangbord.” Volgens Van Winden kunnen zowel Kunstlicht als de VU hiervan profiteren.
Mooi en ook intellectueel
Naast wetenschappelijke artikelen biedt Kunstlicht ruimte aan kunstenaars om een bijdrage aan het tijdschrift leveren. De redactie vraagt de kunstenaar om in beeld een dialoog aan te gaan met één of meerdere artikelen. Door middel van gesprekken en atelierbezoeken houdt de redactie de vinger aan de pols tijdens het productieproces, maar ze probeert zo veel mogelijk de autonomie van de kunstenaar in stand te houden. “Het is een wetenschappelijk tijdschrift en het werk moet naast aansprekend en mooi ook intellectueel zijn.” Voor Mind the map heeft de redactie contact opgenomen met de beheerders van de historische kaartenverzameling aan de VU. Zij selecteren een aantal details uit de kaarten die interessant zijn en deze worden in een kleurenkatern bij de decembereditie van Kunstlicht gepubliceerd.