De teststraat van de VU is vanochtend officieel geopend. Demissionair minister van onderwijs Ingrid van Engelshoven kwam ervoor naar de universiteit. “Iedereen snakt ernaar dat studenten vaker naar de campus kunnen.”
Inchecken, testen, een kwartiertje wachten en klaar. Studenten kunnen op de VU een coronasneltest doen en krijgen kort erna de uitslag per mail. De drempel om te testen moet zo laag mogelijk zijn, want hoe meer geteste mensen, hoe veiliger het is op de campus. En hoe meer fysiek onderwijs er op den duur gegeven kan worden.
Maar er is twijfel over de testbereidheid, blijkt als de minister even later in gesprek gaat met onderzoekers van de teststraatpilot en een aantal studenten en docenten. “Zou jij het zelf doen?” vraagt ze de opgetrommelde studenten: telkens weer zo’n test voor je de zaal ingaat. Die zeggen van wel, maar gaan al twijfelen als Van Engelshoven over een zelftest begint. Een docent van de School of Business and Economics wil misschien wel een paar keer per week een test doen, maar elke dag ziet hij toch niet zitten.
In de neus
Voor de sneltest zelf is alleen een wattenstaafje in de neus nodig en niet ook in de keel, zoals bij de PCR-test die de GGD gebruikt in de teststraten. “Het viel heel erg mee”, reageert een van de teststudenten als het voorbij is. “Dat heb ik wel erger meegemaakt.”
Volgens Demy Strooper, de floormanager van de teststraat, die voor het oog van de pers en de minister vier studenten test, vinden veel mensen deze test prettiger. “Het staafje is dunner en flexibeler”, zegt ze. “Al vinden sommige mensen de haartjes aan het staafje juist minder prettig. Ik vind het zelf fijner, want je vindt gemakkelijker de baan naar binnen.”
Meer mensen in de lift
De snelteststraten staan op zes locaties in vier onderwijsinstellingen in Amsterdam. De VU, het ROC van Amsterdam, de Hotelschool The Hague en de Hogeschool van Amsterdam doen de komende maanden onderzoek naar hoe je met sneltesten kunt zorgen voor een veilige onderwijsomgeving. Ze gaan onder andere kijken naar die testbereidheid, de kosten en baten en de logistiek.
‘We willen niet vragen om een testbewijs, we willen dat het onderwijs toegankelijk blijft voor iedereen’
“Gaan jullie ook onderzoeken of er meer mensen in de lift kunnen als ze negatief getest zijn?” vraagt VU-bestuurder Marcel Nollen. “Als er net iets meer mensen in de liften mogen, kunnen we de capaciteit van de gebouwen beter gebruiken. Dat is onze diep gekoesterde wens.”
De onderzoekers beamen dat ze daar ook naar kijken, maar Van Engelshoven dempt het enthousiasme. “Je moet zeker weten dat iemand getest is om in bepaalde situaties veilig de anderhalve meter te kunnen loslaten. Dat is makkelijker voor een ruimte waarin mensen langer bij elkaar zijn dan in een lift.”
Alleen met onbesmette mensen
Het onderzoek heeft al de eerste voorlopige resultaten opgeleverd. Uit de antwoorden op een vragenlijst die naar studenten en docenten van de vier instellingen is gestuurd, blijkt dat de meesten het liefst alleen met negatief geteste mensen in een groep zitten. “Interessant”, reageert Van Engelshoven. Want hoe doe je dat? “We willen niet vragen om een testbewijs”, zegt ze even later. “We willen heel graag dat het onderwijs toegankelijk blijft voor iedereen.”
Het sneltesten zal de komende maanden nog niet direct leiden tot meer fysiek onderwijs op de VU. De eerste resultaten van het onderzoek worden eind april verwacht, in de zomer de meeste andere. De hoop op versoepelingen is dus toch vooral gericht op het kabinet. En daar lijken alle sprekers van doordrongen. De studenten, docenten en bestuurders vertellen allemaal hoe zielloos en zwaar het online-only onderwijs is, voor iedereen.
Maar Van Engelshoven hoeven ze daar niet van te overtuigen. “Studenten moeten zo snel mogelijk weer meer uren hebben waarop ze elkaar in de ogen kunnen kijken”, zegt ze in haar afsluitende woorden. “Onderwijs doe je met elkaar, niet achter een scherm.” We wachten af.