De werkloosheid onder Nederlandse gepromoveerden is zeer laag. Maar liefst 98 procent van hen heeft een baan, maar dan meestal niet aan de universiteit, meldt het Rathenau Instituut.
Het aantal mensen dat promoveert is in 25 jaar tijd meer dan verdubbeld: van jaarlijks zo’n tweeduizend in 1991 tot ongeveer vijfduizend in 2016 blijkt uit onderzoek van het Rathenau Instituut. Vrijwel alle gepromoveerden zijn aan het werk: gemiddeld is maar twee procent werkloos.
Er zijn wel verschillen tussen de disciplines. Gepromoveerden in taal & cultuur en natuur zijn tweemaal vaker werkloos (respectievelijk 3,3 en 3,1 procent) dan hun collega’s bij landbouw (1,2 procent) en gezondheid (1,6 procent).
Meer verdienen
Uit eerder onderzoek van het Rathenau Instituut en Promovendi Netwerk Nederland bleek dat ruim de helft van de promovendi een carrière binnen de academie ambieert, maar dat het aantal banen ver achter blijft bij het aantal promoties.
Dat beeld wordt opnieuw bevestigd. Slechts dertig procent vindt een baan bij een universiteit of een universitair ziekenhuis. De resterende zeventig procent werkt vaak als onderzoeker bij een advies- of ingenieursbureau waar ze gemiddeld trouwens zevenduizend euro per jaar meer verdienen dan aan de universiteit.
Hooggewaardeerd
“Promoveren doe je niet uitsluitend voor een loopbaan aan een universiteit,” concludeert Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut. “In onze kennissamenleving is een promotie vaak de voorbereiding voor een baan, waarin de kennis en onderzoeksvaardigheden van gepromoveerden hooggewaardeerd worden”.
Het Rathenau maakte bij zijn loopbaananalyses dankbaar gebruik van een enquête van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat ondervroeg in 2014 zestienduizend personen die in de voorgaande 22 jaar waren gepromoveerd.