Met Pleq kunnen studenten vanuit huis al zien in welke VU-gebouwen ze nog kunnen aanschuiven voor een studiesessie.
Een studieplek bemachtigen kan voelen als ’s ochtends een plek claimen rond het zwembad van een all-in resort. Heb je niet op tijd ergens een schrift neergegooid dan heb je, zeker in de tentamenperiode, grote kans veroordeeld te worden tot je noise cancelling koptelefoon in de kantine.
Tijdens de lockdowns lieten digitale informatiezuilen in het hoofdgebouw zien waar er in de bibliotheek plek was en of de tocht naar boven nog zin had maar die zijn inmiddels weggehaald en verder dan aangeven hoeveel procent van de ruimte gevuld was, gingen ze niet. Want hoeveel natuurlijk licht hebben de ruimtes? Kun je er je mobiel opladen? Zit er een koffieautomaat in de buurt?
Lang zoeken
Voor een antwoord op die vragen heeft Adil Ayi samen met zijn compagnon Marwan el Morabet de webapplicatie Pleq ontwikkeld. Ze volgden hun studies Remote Sensing en Data Science aan andere universiteiten, maar studeerden op de VU vanwege de goede bereikbaarheid. Tijdens tentamenperiodes waren ze vaak lang op zoek naar een plek, en zo ontstond het idee voor Pleq.
Ayi: “Zeker in coronatijd was het heel relevant om de hoeveelheid aanwezigen in de gaten te houden.” Vanuit hun startup Omnia van het VU Demonstrator Lab benaderden ze de Facilitaire Campus Organisatie met hun plan. De VU is hun eerste grote klant, deze maand is hun pilot van een jaar ingegaan.
Navigatiefunctie en locatie delen
Sindsdien staan er bij de ingangen van het hoofdgebouw, het NU-gebouw, het W&N-gebouw, het MF-gebouw en het Initium houten palen met kleine zwarte kastjes die via warmtesensoren meten hoeveel mensen er in en uit de gebouwen komen. Die cijfers worden gebruikt om in de webapp te laten zien hoe druk de gebouwen in het algemeen zijn. Kastjes bij de ingang van studieruimtes meten hoeveel mensen er daadwerkelijk een studieplek innemen.
Op de homepage van Pleq is dan te zien voor hoeveel procent de ruimtes gevuld zijn. In het hoofdgebouw en het NU-gebouw staan grote touchscreens waar studenten ter plekke kunnen kijken waar ze nog terechtkunnen. Dat blijft dus bij een schatting met percentages, want mensen kunnen ook de bibliotheek inkomen om een boek te lenen of de studieruimte uitlopen om koffie te halen en weer terug te keren.
Het systeem heeft ook een navigatiefunctie, die precies laat zien hoe je bij de gekozen ruimte komt. Voor studenten die niet weten waar ze moeten zitten is er een knop die voor hen de “beste” studieplek uitkiest, volgens Ayi eentje met het grootste aantal beschikbare stoelen in de kleinste ruimte (want minder overlast) die het langst open is. Gebruikers kunnen hun locatie delen met anderen via Whatsapp, krijgen een Google Maps-route naar het gebouw en eenmaal binnen aanwijzingen naar de plek van hun studiegenoot.
Smiley-score
Sinds de lancering heeft de app vijfduizend actieve gebruikers. Het verkeer van die gebruikers kan de VU volgens Ayi helpen om haar vastgoedbeheer efficiënter te gebruiken. Zo krijgt ze inzicht in bezoekcijfers per ruimte en kan ze dat volgens Ayi gaan gebruiken om op minder populaire plekken de lichten uit te doen of de verwarming lager te zetten.
Gebruikers kunnen in de webapp niet alleen door foto’s scrollen om een impressie te krijgen, te zien hoe lang de ruimtes open zijn en of er koffie in de buurt is, ze kunnen de ruimte ook beoordelen op een schaal van verschillende smileys. Scoren ruimtes slecht door een gebrek aan lichtinval bijvoorbeeld, dan zou de VU die voor iets anders kunnen inzetten, denkt Ayi.
Dynamische werkplek
Ook andere universiteiten hebben interesse getoond in Pleq. Verder dan universiteiten kijken ze bij Omnia (nog) niet. “We willen vooral universiteiten verder helpen, dat is een veel dynamischere plek dan een kantoor bijvoorbeeld. Misschien dat we in de toekomst ook iets kunnen betekenen voor medewerkers bij het reserveren van ruimtes bijvoorbeeld, of voor roostermakers bij het kiezen van collegezalen.”