Eén op de zes allochtone studenten wordt gediscrimineerd bij sollicitaties naar een stageplek. Als ze er toch een weten te bemachtigen, krijgen ze vaker dan autochtonen geen stagevergoeding of een vergoeding die gemiddeld negen uur per maand lager is.
Dat blijkt uit onderzoek van het bedrijf StudentenBureau, dat bemiddelt tussen studenten die een stageplek zoeken en bedrijven die er één hebben. “We doen elk jaar onderzoek naar de wensen en ervaringen van stagiairs”, zegt Hanneke Versteege van StudentenBureau, “en dit is één van de uitkomsten.” Die staan in de Nationale Stagemonitor, die StudentenBureau elk jaar uitbrengt op de door hem georganiseerde Dag van de Stagiair, op 20 mei.
StudentenBureau heeft 22.000 studenten benaderd via social media als Facebook, van hen hebben 1300 studenten de enquête ingevuld. Dat zijn dus niet alleen alleen cliënten van het bedrijf zelf, dat drie vestigingen heeft, in Amsterdam, Rotterdam en Den Bosch. Zesenzeventig procent studeert aan een hbo, de rest doet wo. De studenten komen uit het hele land.
Hoofddoek bespreekbaar maken
Het bedrijf, dat zegt “geschrokken” te zijn, hoopt dat de Stagemonitor een discussie losmaakt en noemt de discriminatie ‘onacceptabel’. “Als we zelf met een bedrijf te maken krijgen dat discrimineert, willen we daar eigenlijk al niet meer mee samenwerken”, zegt Versteege. “We begeleiden studenten ook bij het solliciteren en geven tips. Ook veel scholen geven sollicitatieworkshops, met name toegespitst op allochtone studenten. Daarin leren ze hoe ze bijvoorbeeld een hoofddoek bespreekbaar maken.”
Bij studenten die aangeven dat ze gediscrimineerd worden, gaat het vaak om een gevoel, maar er zijn ook harde aanwijzingen. “Allochtonen studenten moeten bijvoorbeeld meer sollicitatiebrieven sturen”, aldus Versteege. Een autochtone student stuurt gemiddeld zeseneenhalve brief, een allochtone student stuurt er acht voor hij of zij een stage vindt.
Overigens vindt Versteege dat ook als er alleen maar sprake is van een gevoel, er actie moet worden ondernomen. “Dan moeten we zorgen dat dat gevoel wordt weggenomen.”
Seksistische opmerkingen
Ook tijdens de stage heeft zestien procent van de allochtone studenten last van discriminatie, versus tien procent van de autochtone studenten. “Elk lunchgesprek ging over mijn hoofddoek. Er waren ook veel discriminerende opmerkingen over mijn geloof. Ik werd beperkt in het hebben van klantcontact vanwege mijn hoofddoek”, geeft een van de respondenten aan in het onderzoek.
Zo’n vijftien procent van de vrouwelijke stagiairs heeft daarbij te maken met discriminatie tijdens de stage. Vijf procent van alle stagiairs geeft aan te maken hebben gehad met seksistische opmerkingen of ongewenste seksuele intimiteiten.
Soms besluit StudentenBureau zelf dat een bepaalde student in een bepaald bedrijf niet op zijn of haar plek is. “Een bedrijf met uitsluitend witte, mannelijke rauwdouwers van rond de 40 of 50, daar zetten we misschien geen gehoofddoekte moslima tussen, die zou daar doodongelukkig worden. Of een christelijke student in een omgeving waar veel gescholden en gevloekt wordt, of waar naaktposters hangen.”