Een kapot beeldscherm kan hij krijgen. Voor zijn gebrek aan visie. Hoewel de studenten van de UvA dromen van zo’n collegevoorzitter als Jaap Winter, zijn ze de studenten bij Aard- en levenswetenschappen minder onder de indruk. Anderhalf uur heeft hij staan uitleggen dat hij echt geen geld gaat steken in een faculteit die jaarlijks een tekort van twee miljoen heeft. Dat het oneerlijk zou zijn ten opzichte van faculteiten, zoals Exacte Wetenschappen, die wel hard bezuinigd hebben toen dat nodig bleek.
Aanmoedigingsprijs
Reden voor het aardwetenschappelijk heerendispuut Tartaros (ze staan op de extra –e) om een ‘aanmoedigingsprijs’ in de vorm van een beeldscherm aan hem uit te reiken. Winter laat de actie gelaten over zich heen komen, maar zeult de prijs na afloop niet mee naar zijn kantoor. Voor een ochtend na de donderdag, stapdag, zit de collegezaal in het W&N-gebouw om negen uur ’s ochtends bijzonder vol met studenten die fris genoeg zijn om kritische vragen te stellen. Jaap Winter is na de bezettingsactie van actiegroep Titanic speciaal langsgekomen om nog eens uit te leggen hoe het komt dat er bij de faculteit zo heftig gereorganiseerd en bezuinigd moet worden.
Niet eerlijk
Het gaat daarbij uitgebreid over het verdelingsmodel waarmee het geld van de overheid over de faculteiten verspreid wordt. Het is niet eerlijk, vinden de meeste aanwezigen, dat er in verhouding zo weinig naar hun faculteit gaat. Zeker nu in barre economische tijden de andere geldstromen teruglopen. Winter blijft, in het Engels voor de buitenlandse aanwezigen, geduldig uitleggen dat dit nou eenmaal het model was waar alle decanen indertijd mee ingestemd hebben. Dat het faculteitsbestuur zelf over de bezuinigingsoperatie gaat en dat hij, Winter, daar geen beslissingen over neemt. Dat de faculteit dat ook zeker niet zou willen, dat zou hun autonomie juist schaden.
Geen luxepositie
De consequentie is dus wel dat de faculteit het gat in de begroting met eigen financiële middelen moet stoppen. Hij gaat het nergens anders vandaan halen. “Jullie kijken naar grote faculteiten als Rechten en Economie die meer geld krijgen. Bij economie hebben ze één docent die aan vierhonderd studenten college geeft en al die tentamens na moet kijken. En bij rechten is er bijna geen externe partij die in onderzoek wil investeren. Dat moet allemaal uit de eerste geldstroom. Dat is zeker geen luxepositie.” Wat hij ook blijft herhalen, is dat hij niet over de uitvoering van de bezuinigingsoperatie gaat. De commissie-Van der Wal die het onderzoek uitvoerde en het faculteitsbestuur hebben hem verzekerd dat ze de besparing kunnen uitvoeren zonder dat de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek schade zal ondervinden. “Ik zal eerlijk zijn, het blijft heel pijnlijk. We zouden het niet doen als het niet nodig was.” Aan het eind van de bijeenkomst benadrukt hij dat hij hoopt dat studenten en promovendi de noodzaak inzien en zich daarachter scharen.
Kat in het nauw
Een boze student in de zaal neemt alsnog het woord. “Wat gaan jullie doen als studenten en promovendi die visie niet steunen?” Hij zoekt in het Engels naar de juiste uitdrukking. “Een kat in het nauw maakt rare sprongen.” Vice-decaan Hubertus Irth reageert geschrokken. “Is dit een dreigement?” De student komt snel op zijn woorden terug: “Natuurlijk niet. Het is niet persoonlijk.”
Ze zijn wel boos bij Aard- en levenswetenschappen, maar zo boos ook weer niet.