‘Jongere generaties vinden pensioenstelsel oneerlijk’, ‘jongeren worden benadeeld bij pensioen’ en ‘jongeren sparen massaal voor pensioen’. Het is een kleine greep uit de berichtgeving over jongeren en het pensioen. Maar wat moet je als student met deze berichten? Is er recht tot zorgen en vanaf welke leeftijd moet je je met je pensioen bezighouden? Advalvas vroeg het aan Wim Boonstra, chef-econoom bij de Rabobank en docent geld- en bankwezen aan de VU.
Moeten jongeren zich zorgen maken over hun pensioen?
“Hoe je het ook went of keert, de huidige babyboomgeneratie heeft meer dan evenredig van het pensioenstelsel geprofiteerd. Voor de volgende generatie zijn daarbij ook nog eens hoge staatsschulden achtergelaten. In de toekomst zul je dan ook meer voor jezelf moeten zorgen dan we in het verleden hebben gedaan. Het hele idee van een verzorgingsstaat waarin je vanaf de wieg tot het graf wordt verzorgd, is een achterhaald concept. Het past ook helemaal niet meer bij de huidige tijd, waarin veel jongeren ook bewust kiezen voor flexibel werk.”
Blijft er geld over voor het pensioen van jongeren?
“Ons pensioen bestaat uit drie onderdelen: AOW, het pensioen dat je opbouwt bij een werkgever en datgene wat je zelf spaart. De AOW is ingevoerd in 1957, het is een oudedagsvoorziening waar iedereen recht op heeft. Het probleem is dat bij invoering de pensioenleeftijd op 65 jaar is gezet. Destijds zei de minister van Sociale Zaken al dat deze leeftijd omhoog zou moeten als de levensverwachting hoger zou worden. Dat wilde niemand horen en nu zijn we ruim een halve eeuw verder. Het stelsel heeft dringend onderhoud nodig.
Het AOW zoals we dat kennen, blijft de basis van je pensioen, aangevuld met wat je via je werkgever opbouwt. Alleen zullen de jongeren van nu langer moeten doorwerken voor hetzelfde geld. En dat hoeft niet zuchtend en steunend te gebeuren. Want werk is niet alleen een verplichting, maar ook het neerzetten van je ambities, jezelf ontplooien. En wil je niet tot bijvoorbeeld je 70ste blijven doorwerken, dan kun je zelf meer gaan sparen om eerder te kunnen stoppen. Ik verwacht veel meer flexibiliteit.”
Vanaf welke leeftijd moeten jongeren sparen voor de aanvulling van hun pensioen?
“De meeste mensen stellen het te lang voor zich uit, maar hoe eerder hoe beter. Het nadeel van zelf sparen is alleen dat je niet weet of je 71 of 91 wordt, en dus hoeveel geld je nodig gaat hebben. Je wil voorkomen dat je geld op is voordat er een eind komt aan je leven. Je zou dus in feite moeten sparen alsof je 100 wordt. En hoe eerder je daarmee begint hoe beter. Maar het probleem is dan wel dat er op macro-niveau teveel wordt gespaard. Dat is het mooie van ons collectieve pensioenstelsel, het is macro-economisch behoorlijk efficiënt. De mensen die vroeg overlijden, subsidiëren als het ware de mensen die 100 worden.”
Zouden jongeren zich meer moeten bezighouden met hun pensioen?
“Er is de mogelijkheid te participeren in deelnemersraden en het is heel belangrijk dat jongeren dat doen. Als het alleen de vijftig-plussers zijn die keuzes maken, zijn dat niet automatisch besluiten die goed zijn voor de dertig-minners.
Maar ik wil hieraan toevoegen dat ik totaal geen reden tot somberheid zie. Je moet absoluut nadenken over de toekomst, maar alles wordt zo geproblematiseerd momenteel. We zijn hartstikke rijk, maar als de koopkracht 0,1 procent daalt, zie je de grootste krantenkoppen, en spreekt Den Haag daar schande van. Maar iedereen heeft gewoon een eigen verantwoordelijkheid. Haal jij bijvoorbeeld in plaats van een Heineken-biertje, je bier bij de Lidl, heb je of twee keer zoveel bier, of je houdt heel wat geld over.”