Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
16 april 2025

Campus
& Cultuur

‘In Amsterdam kan ik mijn eigen baas zijn’

Het maakt masterstudente Nusiba Abdalla boos dat Nederlanders wel protesteren tegen de oorlog in Gaza, maar zich niets lijken aan te trekken van wat er in haar thuisland Soedan gebeurt.

“Kijk, ik sta natuurlijk achter Palestina”, zegt masterstudente Sociale en Culturele Antropologie Nusiba Abdalla (35) over de wereldwijde protesten tegen de oorlog in Gaza die ook op de VU-campus plaatsvinden. “Het is verschrikkelijk wat het Palestijnse volk wordt aangedaan. Maar de hele wereld lijkt zich te concentreren op wat er in Gaza gebeurt. Ondertussen negeren ze Soedan, waar het geweld, de massamoorden, verkrachtingen en martelingen feitelijk nog erger zijn. Het voelt alsof er met twee maten wordt gemeten: aan de ene kant komen mensen op voor Palestina, maar tegelijkertijd is er geen aandacht voor Soedan, Jemen en Congo.”

Abdalla kwam erachter dat veel Nederlanders – zelfs medestudenten en docenten op de VU – niet weten wat er gebeurt in haar moederland, waar sinds 2023 een burgeroorlog woedt nadat vier jaar eerder de islamistische militaire dictator Omar al-Bashir werd afgezet en vervangen door een seculiere burgerregering. De Soedanese bevolking wordt niet alleen geteisterd door oorlog, maar ook door honger, ziekten en natuurgeweld.

Maar Soedan haalt zelden de krantenkoppen, evenmin als Congo en Jemen, landen die ook worden verscheurd door geweld en rampen. “Waarom kunnen we niet samen demonstreren uit solidariteit met Gaza én Soedan, Congo en Jemen?”, vraagt Abdalla zich af. “Als je echt geeft om mensen die onderdrukt worden en slachtoffer zijn van oorlogsgeweld, waarom zou je de ene groep dan erkennen terwijl je de andere negeert? Waarom zou je mensen in hokjes stoppen?”

Het grootste deel van haar familie is inmiddels naar Egypte gevlucht, maar één broer woont nog in Soedan. Soms, als het internet daar even werkt, lukt het haar om contact met hem te krijgen. Ze maakt zich grote zorgen. “De situatie in Soedan wordt alleen maar erger.”

Keurslijf

Abdalla verliet het land lang voordat de oorlog uitbrak. Na het afronden van haar studie landbouwkunde was ze werkzaam voor het Soedanese ministerie van Landbouw, en reisde ze zonder toestemming van haar werkgever naar Nederland voor een vervolgopleiding in Wageningen. Ze vertelt dat ze als vrouwenrechtenactivist zelfs daarvoor al – voor de val van al-Bashir, toen ze nog in Soedan studeerde – met argusogen werd bekeken.

Het feit dat ze als vrouw in Soedan überhaupt kon studeren was al bijzonder. Ze komt uit een welgestelde familie: haar vader was een hoogopgeleide feminist, en na zijn dood bleef haar moeder haar volledig steunen, onder andere door haar aan te moedigen om naar de universiteit te gaan. “Dat is niet normaal in Soedan”, legt ze uit. “Als jonge vrouw wordt daar van je verwacht dat je snel trouwt en kinderen krijgt. De meeste vrouwen in Soedan hebben niet zoveel geluk als ik.”

‘Waarom zou je mensen in hokjes stoppen?’

Dat wil niet zeggen dat ze als hoogopgeleide, bevoorrechte vrouw kon doen en laten wat ze wilde in haar thuisland. “Vrouwen in Soedan moeten voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij en hebben heel weinig vrijheid: volg de regels of draag de gevolgen. Je kunt jezelf niet zijn, omdat je ook je familie vertegenwoordigt – daar moet je altijd rekening mee houden. Als je jezelf te schande maakt, maak je je familie te schande.”

Ze ontsnapte aan dat keurslijf toen ze Soedan verliet en in Wageningen ging wonen, waar ze zich al snel realiseerde dat de landbouwkunde ook nooit echt haar eigen keuze was geweest. “Ik vond het niet echt leuk. Het was iets wat ik koos omdat ik niet wist wat ik anders moest studeren. De landbouwkunde is erg wetenschappelijk en vastomlijnd, en ik ben meer geïnteresseerd in menselijk gedrag.”

Ze kwam tot dit besef aan de Foundation Academy of Amsterdam, een privé-instelling opgericht door Samuel Lee, tevens docent aan de VU en directeur van het aan de VU gelieerde Center for Theology of Migration.

Verkeerd voorgesteld en over het hoofd gezien

De Foundation Academy biedt onderwijs aan mensen die zich willen ontwikkelen, ook als ze niet de benodigde papieren hebben om een bachelor of master aan een Nederlandse universiteit te doen, zoals migranten en vluchtelingen. Abdalla volgde er een vak over antropologie en ontdekte dat dit haar passie was: de studie van mensen. Of, zoals ze het zelf verwoordt: “Wat mensen doen en waarom ze het doen”. Ze schreef zich in bij zowel de Universiteit Leiden als de VU en werd door beide aangenomen. “Ik heb voor de VU gekozen omdat die in Amsterdam zit.”

Het bleek de juiste keuze te zijn. “De studenten zijn heel divers, met veel verschillende achtergronden en ook veel internationale studenten. Ik voel me verbonden, het is makkelijk om hier een band op te bouwen met medestudenten.”

Dat was in Wageningen wel anders, zegt ze. Daar waren veruit de meeste studenten wit, en ze leken niet erg in haar geïnteresseerd. Ze had er één vriendin en voelde zich vaak eenzaam. Abdalla kreeg de indruk dat mensen allerlei veronderstellingen maakten over haar. “Hier aan de VU is het totaal anders. Als je je verbonden voelt met anderen, kun je ook contact maken met jezelf. Zo kun je jezelf leren kennen en je zelfverzekerd voelen – en jezelf zijn.”

Haar masterscriptie gaat over asielzoekers in detentiecentra. Het veldwerk dat ze doet voor haar onderzoek bestaat uit het interviewen van deze mensen. “Het brak mijn hart om te zien in welke omstandigheden ze werden vastgehouden”, zegt Abdalla. In het detentiecentrum in Rotterdam zag ze de “onmenselijke behandeling van mensen die geen criminelen zijn”. Sommigen van hen, zegt ze, zaten er al acht maanden. Na haar afstuderen hoopt ze de kans te krijgen om te promoveren en haar onderzoek voort te zetten. Ze vindt dat deze groep “verkeerd wordt voorgesteld en over het hoofd wordt gezien”.

Hang naar onafhankelijkheid

Abdalla voelt zich op haar gemak in Nederland. “Je kunt hier jezelf zijn, zijn wie je wilt. Ik voel me nu vrij.” Ze voelt zich gelukkig als ze in de tram zit en naar de gezichten van de mensen om zich heen kijkt. “Het zijn gezichten van over de hele wereld. Ik hou van Amsterdam, het is een thuis voor iedereen. Diversiteit is geweldig!”

Toch voelt ze geen band met de Nederlandse cultuur, zegt ze. “Ik voel me met geen enkele cultuur verbonden.” Als we hierover verder praten, blijkt dat Abdalla een hekel heeft aan sociale druk. “Ik wil mijn eigen beslissingen nemen en mijn eigen leven leiden, mijn eigen baas zijn. Sterker nog, ik wil dat alle vrouwen hun eigen leven kunnen leiden, een leven dat ze zelf kiezen.” Ze spreekt met grote bevlogenheid over vrouwenkwesties.

Abdalla vertelt dat ze dol is op de beroemde (of beruchte) Nederlandse directheid. Ze vindt het heerlijk dat Nederlanders je gewoon vertellen wat ze wel of niet willen, zonder de verstikkende en tijdrovende beleefdheid die de Soedanese samenleving kenmerkt. “Als iemand in Nederland bij je op bezoek wil komen, vindt diegene het prima als je zegt dat het niet uitkomt omdat je moe bent. In Soedan moet ik bezoek altijd vriendelijk ontvangen en vermaken, zelfs als ik op sterven lig.”

Ze vindt wel dat Nederlanders overdrijven in hun hang naar individualiteit en onafhankelijkheid. “Het kan je het gevoel geven dat je er alleen voor staat – een schril contrast met de nadruk op collectiviteit in Soedan, waar van mensen verwacht wordt dat ze naar elkaar omkijken.” Een collectivistische samenleving kan er echter ook voor zorgen dat je je identiteit verliest, vindt ze. “Wat ik zou willen is iets dat het midden houdt tussen de Nederlandse individualiteit en het Soedanese collectivisme.”

Vertaald uit het Engels door het vertaalbureau van het Taalcentrum-VU.

‘Een collectivistische samenleving kan ervoor zorgen dat je je identiteit verliest’

2 reacties

  1. Soedan (en teveel andere plekken) is voor heel veel mensen in dezen simpelweg niet interessant, omdat er met demonstreren voor de mensen van Soedan niets voor zichzelf te halen is. Demonstreren voor Gaza / tegen Israël betekent voor velen gezien worden, gewaardeerd worden door een bepaalde peer-group waar men door gezien en gewaardeerd wil voelen. Er zal ongetwijfeld ook oprechtheid tussen lopen, maar het gaat vaak om het erbij-horen-gevoel. Het is immers onderdeel van linksactivistische ideologie om antizionistisch en per definitie propalestina te zijn, en bijvoorbeeld Soedan hoort daar niet bij. Het enige motief om actief aandacht aan Soedan te besteden zou dan oprecht meeleven zijn, en dat is voor velen niet genoeg. Het ego komt eerst, het lot van de ander pas daarna; maar voornamelijk wanneer het ideologisch uitkomt. Het is jezelf beter voelen over de rug van anderen—Gazaans leed als therapie voor gekwetste westerlingen. Noem het neo-neo-kolonialisme.

    • Dit verhaal klopt. Wetenschapsjournalist, sociobioloog en politicoloog Marcel Roele schreef hier in 2005 een prima stuk over, “De emotiepolitiek van idealisten”. Hij schrijft dat idealisme niet bedoeld is om verstandige politiek te voeren, maar om jezelf populair te maken in de groep. In de oertijd is ons idealisme ontstaan om een partner te verleiden. Hij beschrijft hoe idealisten vaak voor foute partijen kiezen, zoals in de jaren 60 het communistische regime in Vietnam dat net zo totalitair en bloeddorstig was als dat van hun Russische bondgenoten. Ze brachten 1,8 miljoen politieke gevangenen om het leven. Het regime werd met miljoenen gesponsord door PvdA minister Jan Pronk en toegejuicht door alle linkse partijen. Geen van deze idealisten interesseerde zich voor het lot van de Vietnamezen. In de jaren 70 en 80 steunden ze de “bevrijders” van Rhodesië (nu Zimbabwe), Mozambique en Nicaragua. Het deed er niet toe dat die corrupt en dictatoriaal waren. Hun misdaden werden vergoelijkt of verzwegen.

      Bij idealisme hoort ook mythes. Voor het creëren van een waar mondiaal saamhorigheidsgevoel moet de mythe geschikt zijn voor de hele familie. Een klassiek voorbeeld was Live Aid in 1984. Bob Geldof was de initiatiefnemer van een grote inzamelingsactie voor de miljoenen hongerenden in Ethiopië, die, zo werd het publiek wijs gemaakt, het slachtoffer waren van aanhoudende droogte, de onrechtvaardige internationale economische verhoudingen en de onverschilligheid van westerse regeringen. Het werd het grootste popfestival ooit, alle grote sterren deden mee en Queen zorgde voor het beste optreden ooit in de geschiedenis.
      In werkelijkheid was de hongersnood gecreëerd door het marxistische regime van Ethiopië, dat alle zelfstandige boerenbedrijfjes kapot wilde maken zodat de bevolking, door honger gedreven, naar verzamelkampen trok. Uiteindelijk zouden uit de verzamelkampen stalinistische staatsboerderijen moeten ontstaan waar de overheid volledige macht over de bevolking had. Geldof en trawanten zorgden ervoor dat er in de verzamelkampen tenminste iets te eten viel, maar maakten zich ondertussen wel schuldig aan collaboratie met een misdadig regime.

      En nu zijn er de Palestijnen. Volgens de mythe wordt Palestina een waar bloemetjesparadijs zodra Israël verdwenen is. In werkelijkheid wordt het dezelfde hele of halve Islamitische dictatuur die je in alle landen in het Midden-Oosten ziet. De manier waarop Hamas al sinds 2006 zo’n gewelddadige Islamitische dictatuur voert in Gaza geeft weinig hoop.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.